Beschermkap demonteren
1. Druk beide houders van de beschermkap
(20) lichtjes uit elkaar.
2. Trek de beschermkap naar voor af.
Spanscheurbeveiliging
plaatsen en verwijderen
Spanscheurbeveiliging plaatsen
1. Druk de spanscheurbeveiliging (23) in de
uitsparing (24) in de glijschoen (10).
Spanscheurbescherming verwijderen
1. Druk de spanscheurbeveiliging (23) uit de
uitsparing (24) in de glijschoen (10).
Laadtoestand van de accu
controleren
Terwijl het apparaat is ingeschakeld,
geeft de accu-statusindicator (6) de
laadstatus van de accu weer.
Led brandt groen: Accu geladen
Led brandt geel: Accu gedeeltelijk geladen
Led brandt rood: Laadtoestand laag
Accu opladen
Zie ook de gebruiksaanwijzing van de lader.
Opmerking
• Laat een opgewarmde accu eerst afkoelen
voordat u hem oplaadt.
• Stel de accu's niet langere tijd bloot aan
sterke zonnestralen en leg ze niet op ver-
warmingselementen (max. 50˚C).
Accu opladen
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Schuif de accu (28) in de laadschacht van
de lader.
3. Haal na het laden de stekker van de lader
uit het stopcontact.
4. Trek de accu uit de lader.
Bedrijf
Aanwijzingen voor het zagen
Toerental kiezen
Het gewenste toerental kan in 6 stappen wor-
den aangepast met het draaiwiel (1) boven op
het apparaat.
Pendelbeweging selecteren
Hoe groter de pendelbeweging, hoe sneller
het werk vordert.
De optimale pendelbeweging kan worden be-
paald door praktisch testen, waarbij de volgen-
de aanbevelingen gelden:
• Voor dun materiaal, hard materiaal (bijv.
metaal) of voor gebogen snijden: Stand 0
• Fijne en gave zaagranden bereikt u met
een geringe of geen pendelbeweging:
Stand 0 of 1.
• Zacht materiaal (hout, plastic etc.): Stand 1
of 2
duikzagen
Voorwaarden
• zachte materialen zoals hout, poriënbeton,
gipskarton enz.
• verstekhoek: 0°
• Maximale slagfrequentie geselecteerd
(stand 6)
• kort zaagblad gemonteerd
Procedure (Fig. F)
1. Zet het apparaat met de voorkant van de
voetplaat (13) op het werkstuk. Het zaag-
blad (17) raakt het werkstuk niet.
2. Schakel het apparaat in. Wacht tot het
maximale toerental bereikt is.
3. Druk het zaagblad (17) in het werkstuk, tot
de voetplaat (13) op het werkstuk ligt.
4. Zaag verder langs de zaaglijn.
Algemene instructies
Met deze volgorde werkt u veilig met de de-
coupeerzaag en bereikt u een goed werkresul-
taat:
1. Zet het werkstuk vast. Gebruik een klemin-
richting voor kleine werkstukken.
2. Teken een lijn om de richting aan te geven
waarin het zaagblad wordt geleid.
NL
BE
63