Apparaatbediening
1.
Druk één of meerdere keren op de MODE-knop om de keuzelijst te doorlopen:
•
stand-bymodus;
•
ventilatorstand: indicatielampje van de ventilator brandt;
•
lage warmtestand: indicatielampje van de lage warmte brandt;
•
hoge warmtestand: indicatielampje van de hoge warmte brandt;
•
stand voor hoge warmte en draaimodus: indicatielampje voor hoge warmte en draaien
brandt.
Temperatuurmodus
1.
Druk op de knop voor de temperatuur en wifi om de gewenste temperatuur in te stellen.
2.
Het apparaat past de instellingen automatisch aan om de ingestelde temperatuur te
bereiken.
3.
Het scherm geeft de huidige temperatuur weer.
Afstandsbediening
1.
Druk één of meerdere keren op de MODE-knop om te schakelen tussen:
•
ventilatorstand: indicatielampje van de ventilator brandt;
•
lage warmtestand: indicatielampje van de lage warmte brandt;
•
hoge warmtestand: indicatielampje van de hoge warmte brandt.
Temperatuurmodus
1.
Gebruik de plus- of min-knop om de gewenste temperatuur in te stellen (van 10°C tot
35°C).
2.
Het apparaat past de instellingen automatisch aan om de ingestelde temperatuur te
bereiken.
3.
Het scherm geeft de huidige temperatuur weer.
Draaistand
1.
Druk op de SWING-knop (Afbeelding 14, pos.
2)
2.
De draaiklep (Afbeelding 14, pos. 1) begint te
bewegen.
3.
Het indicatielampje van de draaistand brandt.
4.
Druk op de SWING-knop om de draaimodus
uit te zetten.
De draaimodus werkt zowel in de ventilatormodus
als in de verwarmingsmodus.
Afbeelding 14
11