BEDIENING VAN DE KOOKPLAAT
Lees het hoofdstuk 'Voor het eerste gebruik' zorgvuldig door voordat u begint met
koken. Dit voorkomt onjuist gebruik van de kookplaat.
Voor een goed gebruik van het product wordt aanbevolen om tijdens het koken
altijd de afzuiging aan te zetten.
Bereiding starten
1. Raak de aan/uit-toets aan totdat u een geluidssignaal hoort.
▷
De displays lichten op; de inductiekookplaat staat in de stand-by modus.
De kookzones en de afzuigunit hebben vermogensniveau nul.
▷
Als de kookplaat 20 seconden niet wordt gebruikt, wordt deze automatisch
uitgeschakeld.
2. Plaats een geschikte pan op een kookzone.
3. Raak de kookzonetoets van de kookzone aan.
Zolang het display van de kookzone fel brandt, is de kookzone geselecteerd en kan het
vermogensniveau worden ingesteld.
Wanneer de response tijd is verstreken, of tijdens het koken, activeert u de kookzone
door de kookzonetoets aan te raken.
4. Stel binnen 10 seconden het vermogen in door de schuifregelaar aan te raken.
De kookzone start op het ingestelde niveau.
▷
Boost
U kunt de boostfunctie gebruiken om max. 5 minuten op de hoogste kookstand te koken. De
boostfunctie kan voor maximaal twee naast elkaar liggende kookzones tegelijk gebruikt worden.
1. Raak vermogensniveau P aan om de boostfunctie te selecteren.
'P' verschijnt op het display.
▷
▷
Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd naar stand 9.
Pandetectiesymbool
Wanneer het symbool voor pandetectie op het display verschijnt:
•
hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
•
is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
•
is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
De kookzone werkt niet totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
▷
NL 13