GEBRUIK
LET OP!
Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht met de volgende woorden:
–
GEVAAR
–
LET OP
–
WAARSCHUWING
–
ADVIES
Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de betekenis van de symbolen op deze plaatjes goed kennen.
Dek de plaatjes niet af en vervang ze onmiddellijk als ze beschadigd zijn.
VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE
1.
Open wanneer nodig de motorkap (23) en zet deze vast met de stang (55). Draai daarna de dop (9) los en vul brandstof bij.
LET OP!
De brandstof gaat uitzetten en daarom mag de tank niet verder dan 4 cm onder de rand van de vulmond worden
bijgevuld.
2.
Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de machine en of de arbeidsomstandigheden normaal zijn.
3.
Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet u eerst controleren of alle blokken en blokkeermiddelen die bij het
transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd.
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
1.
Ga op de bestuurdersstoel (54) zitten en stel de stand van de stoel naar wens af met de hendel (81).
2.
Deblokkeer de stelhendel (73) door eraan te trekken. Stel daarna de kanteling van het stuur (72) naar wens af. Laat tenslotte
de stelhendel (73) los en beweeg het stuur iets zodat de binnenstop vast haakt.
3.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (84) en de hendel (76).
4.
Schakel het aanzuigsysteem uit met de hendel (75).
5.
Zet de hoofd- en zijborstels omhoog met de betreffende hendels (82), (79), (80).
6.
Zet de hendel voor het bewegen van de motor (77) op MIN (minimaal toerental).
7.
Start de dieselmotor met de contactsleutel (69). Als de motor is gestart, laat u de contactsleutel meteen los.
LET OP!
Laat de contactsleutel (69) bij het starten van de dieselmotor niet te lang ingeschakeld (maximaal 20 seconden)
om de startmotor niet de beschadigen. Als de dieselmotor na enkele pogingen nog niet is gestart, moet u de
hulp inroepen van degene die verantwoordelijk is voor de machine.
LET OP!
Druk tijdens het starten van de motor met de contactsleutel (69) het gaspedaal (78) niet in.
8.
Controleer of alle controlelampjes uit zijn als de machine is gestart.
9.
Laat de motor enkele minuten op zijn plaats warm worden in de stand MIN (minimaal toerental).
10.
Stel de motor in op het bedrijfsmotortoerental door de gashendel van de motor (77) op MAX (bedrijfstoerental) te zetten. Laat
de hendel tijdens het in bedrijf zijn van de machine zo staan.
OPMERKING
In deze status is de machine klaar voor gebruik; de hoofd- en zijborstels gaan draaien en het aanzuigsysteem wordt
ingeschakeld.
Als de motor op minimaal toerental draait, kunnen de functies van de machine niet ingeschakeld worden.
GEBRUIKSAANWIJZING
SR 1300H D
146 2275 000(2)2007-02 A
NEDERLANDS
15