n Is het product niet geconfigureerd voor
de laadmodi "Laden op zonne-energie"
en "Zonne-energie ondersteund laden",
hebben de knoppen geen functie.
Voor de 22 kW-varianten en de 11 kW-vari-
anten met geactiveerde dynamische fase-
omschakeling geldt:
n De wissel tussen de laadmodi "Snella-
den", "Laden op zonne-energie" en "Zon-
ne-energie ondersteund laden" is altijd
(ook tijdens een actieve lading) mogelijk.
Voor de 11 kW-varianten met gedeactiveer-
de dynamische faseomschakeling geldt:
n De wissel tussen de laadmodi "Laden op
zonne-energie" en "Zonne-energie on-
dersteund laden" is altijd (ook tijdens een
actieve lading) mogelijk.
n De wissel tussen de laadmodi "Snella-
den" en "Laden op zonne-energie" resp.
"Zonne-energie ondersteund laden" is tij-
dens een actieve lading niet mogelijk.
Het voertuig moet voor de wissel worden
losgekoppeld van het laadstation.
Laadproces start niet
Wanneer het laadproces niet start, kan bijvoorbeeld
de communicatie tussen het laadpunt en het voer-
tuig gestoord zijn.
u Laadstekker en laadcontactdoos controleren op
vreemde voorwerpen en evt. verwijderen.
u Laadkabel evt. laten vervangen door een elek-
tromonteur.
Laadproces beëindigen
LET OP
Materiële schade door trekspanning
Trekspanning op de kabel kan leiden tot kabelbreu-
ken en andere beschadigingen.
u Laadkabel aan de laadstekker pakken en uit de
laadcontactdoos trekken.
40
u Laadproces op het voertuig beëindigen of door
het tonen van de RFID-kaart voor de RFID-kaart-
lezer.
u Laadkabel aan de laadstekker pakken en uit de
laadcontactdoos trekken.
u Beschermkap op de laadstekker zetten.
u Laadkabel zonder knikken ophangen.