Schumacher Electric Charger 12 V - 60 A Mode D'emploi page 23

Interne overtemperatuur van de
Er03 acculader. Overbelasting van het
apparaat.
Spanningsfout.
Accuspanning te laag. (U probeert
een accu van 6 V op te laden).
Er04
Accu
kortgesloten elementen.
Accu met te hoge spanning ten
opzichte van de ingestelde waarden.
Er05
(U probeert een accu van 24 V op te
laden).
Accucapaciteit te hoog. Niet in staat
Er06
de eindvoorwaarde te bereiken.
Er07 en LED « De klemmen van de uitgangskabels
Reverse » zijn niet goed op de accu aangesloten.
Uitgangsstroom te hoog. Stroom
Er08
hoger dan de maximumlimiet.
5. DE ACCU OPLADEN
1. Voordat u met opladen begint, controleer of de stroomkabel van het elektriciteitsnet
is gekoppeld!
Accu's opladen die op het voertuig zijn aangesloten
2. Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is
die op de negatieve accupool aangesloten.
3. Laad een accu die met de negatieve pool op de massa van het voertuig is aangesloten
op de volgende manier op:
• Sluit de uitgangskabel met de rode klem aan op de positieve pool (+) van de accu.
• Sluit de uitgangskabel met de zwarte klem aan op de massa van het voertuig, ver van de
accu en de brandstofleiding.
Laad een accu die met de positieve pool op de massa van het voertuig is aangesloten op
de volgende manier op:
• Sluit de uitgangskabel met de zwarte klem aan op de negatieve pool (-) van de accu.
• Sluit de uitgangskabel met de rode klem aan op de massa van het voertuig, ver van de
accu en de brandstofleiding.
Accu's opladen die niet op een voertuig zijn aangesloten
2. Sluit de uitgangskabel met de rode klem aan op de positieve pool (+) van de accu.
3. Sluit de uitgangskabel met de zwarte klem aan op de negatieve pool (-) van de accu.
LET OP: Controleer of beide klemmen van de uitgangskabels goed contact hebben met hun
overeenkomstige polen.
4. Zodra de uitgangskabels op de accu zijn aangesloten, steekt u de stekker van de
stroomkabel van de lader in het stopcontact. Controleer of de spanning overeenkomt met
de nominale spanning van de acculader; nu geeft het apparaat gedurende 0,5 seconde
met een of meerdere
- 23 -
Verwijder eventuele voorwerpen die
de ventilatiezone van de batterijlader
bedekken of verplaats hem in
een koelere plaats. Wacht tot de
acculader automatisch weer gaat
werken.
Stel een « Recovery
Gebruik de acculader alleen met
ondersteunde accu's van 12 V.
Hervat het opladen van de accu.
De accu kan defect zijn.
Gebruik de acculader alleen met
ondersteunde accu's van 12 V.
Hervat het opladen van de accu.
Gebruik een acculader met een
groter laadvermogen.
Breng de klemmen goed aan en
hervat het opladen van de accu.
Verminder de opname van de accu.
» cyclus in.
NL