Schumacher Electric Charger 12 V - 60 A Mode D'emploi page 19

andere manier is beschadigd.
1.13 Steek geen vingers of handen in het apparaat.
1.14 Plaats het apparaat nooit bovenop de accu terwijl u het gebruikt.
1.15 Probeer een beschadigde accu niet op te laden.
1.16 Laad een bevroren accu nooit op.
1.17 Houd uit de buurt van juwelen. Verwijder persoonlijke metalen voorwerpen zoals ringen,
armbanden, halskettingen en horloges wanneer u met lood zuur accu's werkt. Een
lood zuur accu kan een kortsluitstroom veroorzaken die hoog genoeg is om een ring of
dergelijke aan metaal te lassen, wat ernstige brandwonden kan veroorzaken.
1.18 Blijf uit de buurt van gereedschap. Wees extra voorzichtig en beperk op die manier het
risico dat er een metalen stuk gereedschap op de accu valt. Dit kan leiden tot vonken
of kortsluiting van de accu of een ander elektrisch onderdeel, wat een explosie kan
veroorzaken.
1.19 Laat nooit klemmen tegen elkaar komen of in contact komen met hetzelfde stuk metaal.
1.20 Bepaal de spanning van de accu aan de hand van de handleiding van het voertuig en
controleer of de uitgangsspanning van het apparaat correct is.
1.21 De accuklem die niet met het chassis is verbonden, moet eerst worden aangesloten.
De andere aansluiting moet op het chassis worden gemaakt, ver van de accu en de
brandstofleiding. De acculader moet dan op de netvoeding worden aangesloten.
1.22 Koppel de acculader na het opladen los van de netvoeding. Verwijder de chassis aansluiting
en vervolgens de accu-aansluiting.
1.23 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor reiniging en gebruikersonderhoud.
1.24 Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact alvorens onderhoud of reiniging uit
te voeren.
2. ALGEMENE INFORMATIE
2.1 Controle LEDs
Op het voorpaneel van de acculader bevinden zich 5 knoppen en 15 LEDs.
2.2 Digitaal display
« Full » LED: De accu is opgeladen en overgeschakeld op druppellading.
« Charging » LED: De accu wordt opgeladen.
« Fault » LED: De accu is beschadigd.
« Reverse » LED: Polariteit inversie.
« ON » LED: De lader is aan (blauw).
« Start/Stop » knop: Start of stopt de stroomlevering in de gekozen modus.
1 Bedrijfstoestand LED (geel) geeft aan of het in de gekozen modus werkt.
« Volt/Batt. » knop: Kiest de voedingsspanning of het type accu dat moet
worden opgeladen.
3 LEDs (geel) voor de melding van de voedingsspanning en het type accu.
« Amperage » knop: Kiest de geleverde stroom.
4 LEDs (geel) voor de melding voor de geleverde stroom.
« Function » knop: Kiest de bedrijfsmodus.
2 Bedrijfsmodus LEDs (geel): «
« A/V » knop (display): Selecteert wat er op het display moet worden
weergegeven.
Flash » of « Charge
- 19 -
».
NL