Publicité
Richtlijnen voor het bewaren van verse voedingsmiddelen
Bewaren in het versvak:
Houd uw koelkast op de aanbevolen
temperatuur van 4° C.
De te bewaren voedingsmiddelen moet goed
worden afgesloten om geur- of
smaakveranderingen te voorkomen.
Bewaar geen overmatige hoeveelheden
voedingsmiddelen in uw koelkast. Laat ruimte
tussen de voedingsmiddelen zodat er koude
lucht omheen kan stromen en een betere en
homogenere koeling wordt bereikt.
Om de deur korter open te hebben, wordt
aangeraden om voedingsmiddelen die
dagelijks worden geconsumeerd vooraan te
bewaren.
Laat ruimte tussen de voedingsmiddelen en
de binnenwanden, zodat er lucht langs kan
stromen. Als u voedingsmiddelen tegen de
achterwand bewaart, kunnen deze aan de
achterwand vast vriezen.
Hete, gekookte voedingsmiddelen moeten
worden afgekoeld tot kamertemperatuur
voordat ze in het apparaat worden bewaard.
Bewaar warme voedingsmiddelen vervolgens
op de onderste schappen van uw koelkast.
Plaats warme voedingsmiddelen niet in de
buurt van voedingsmiddelen die snel
bederven.
Ontdooi uw bevroren voedingsmiddelen in het
versvak. Op deze manier gebruikt u de
bevroren voedingsmiddelen om het versvak
af te koelen, wat energie bespaard.
Het bewaren van onrijp tropisch fruit (mango,
meloen, papaja, banaan, ananas) in de
koelkast kan het verouderingsproces
versnellen. De bewaartijd wordt hierdoor
verkort en dit wordt daarom niet aangeraden.
De rijping van sterk groene vruchten (appel,
peer) kan echter worden bevorderd
gedurende een bepaalde periode in de
koelruimte.
Uien, knoflook, gember en andere
wortelgroenten moeten in een donkere en
koele ruimte worden bewaard, niet in de
koelkast.
Wanneer bedorven voedingsmiddelen in de
koelkast wordt aangetroffen, moeten deze
worden weggegooid. Als u bedorven
voedingsmiddelen vindt, maak dan de
binnenkant of de onderdelen waarmee u in
contact bent geweest, schoon om
contaminatie te voorkomen.
Grote potten of pannen met voedsel, zoals
soepen of stoofschotels, kunnen in ondiepe
bakjes worden verdeeld om snel in de
koelkast af te koelen. Grote stukken gekookt
vlees en heel gevogelte moeten voor
hetzelfde doel in kleinere stukken worden
verdeeld.
Bewaar onverpakte voedingsmiddelen niet in
de buurt van eieren.
Houd fruit en groenten gescheiden en bewaar
ze soort bij soort: appels met appels, wortelen
met wortelen. Groenten en fruit geven
verschillende gassen af die ervoor kunnen
zorgen dat ander voedsel bederft.
Haal bladgroenten uit plastic zakken en
wikkel ze in tissue of theedoek voordat u ze in
de koelkast bewaart. Vergeet ze voor het
opbergen niet te drogen als ze gespoeld of
nat zijn.
Bewaar fruit en groenten die kunnen
uitdrogen in geperforeerde of niet-afgedichte
plastic zakken om een vochtige omgeving te
behouden en toch lucht te laten circuleren.
Afhankelijk van hun eigenschappen moeten
verschillende voedingsmiddelen in
verschillende gebieden worden geplaatst:
"Controleer de klimaatklasse van uw
apparaat, aangegeven op het typeplaatje.
Eén van onderstaande informatie geldt voor
uw apparaat volgens de aangegeven
klimaatklasse."
SN: Uitgebreid gematigd: Dit koelapparaat is
bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen tussen 10° C en
32° C
N: Gematigd: Dit koelapparaat is bedoeld
voor gebruik bij omgevingstemperaturen
tussen 16° C en 32° C
ST: Subtropisch: Dit koelapparaat is bedoeld
voor gebruik bij omgevingstemperaturen
tussen 16° C en 38° C
T: Tropisch: Dit koelapparaat is bedoeld voor
gebruik bij omgevingstemperaturen tussen
16° C en 43° C
13
Publicité
