SA603
5.2 Rijden en bedienen
5.2.1 Rijden en schakelen
WAARSCHUWING: Controleer of de omgeving veilig is voordat
u met de machine gaat rijden. Laat andere personen niet in de
buurt van de machine komen.
*Anders kunnen er ongelukken met letsel gebeuren.
Wanneer u begint te rijden, moet u het motortoerental laag
houden. Trek geleidelijk aan de koppelingshendel en begin
langzaam te rijden.
* Als de machine abrupt begint te bewegen, kan hij botsingen
veroorzaken en kantelen.
1. Laat de hoofdkoppelingshendel los. (koppeling gelost)
2. Schakel de hoofdschakelhendel in de gewenste versnelling.
3. Pas het motortoerental aan met de gashendel.
4. Houd de handgreep vast. Duw tegen de ontgrendelingshendel en pak de
hoofdkoppelingshendel geleidelijk aan. De machine begint te rijden.
5.2.2 Bochten maken
Pak de linker of rechter koppelingshendel, de machine draait in overeenkom-
stige richting.
OPMERKING: Als de handgreep op de tegenovergestelde positie is ge-
plaatst, vergeet dan niet de rechter en linker koppelingshen-
del om te wisselen. Zie pagina 22.
Handgreep
Greep zijkoppelings-
hendel links
28
Hoofdkoppelingshendel
(Koppeling gelost)
Handgreep
3
2
Pook
R
1
Gashendel
Ontgrendelingshendel
Hoofdkoppelingshendel
(Koppeling ingeschakeld)
Greep zijkoppelings-
hendel rechts
Stuurt naar rechts
Stuurt
naar
links