1. VEILIGHEIDSPUNTEN
OPGELET: Let tijdens de bediening goed op omstanders, vooral
op kinderen en huisdieren.
Alleen de bediener mag in de buurt van de machine komen.
Wanneer u begint met werken, controleer dan goed of de omge-
ving veilig is. Als u samen met een assistent werkt, let dan op
waar deze zich bevindt voordat u met werken begint.
* Anders kunnen er ongelukken met letsel gebeuren.
Wanneer u de machine moet achterlaten, zet deze dan op een
vlakke ondergrond en schakel de motor uit.
* Anders kunnen er ongelukken met letsel gebeuren.
Wanneer u de motor start of bedient, mag u de bougie, de bougie-
kap of hoogspanningskabel niet aanraken.
* Anders loopt u het risico op een elektrische schok.
1.1.4 Gebruik op gevaarlijke plekken
WAARSCHUWING: Als u op een helling werkt, bestaat de mo-
gelijkheid dat de machine kantelt en een ongeluk veroorzaakt.
Wanneer u de machine op een helling moet gebruiken, controleer
dan voordat u begint of de machine veilig kan worden bediend en
werk uiterst voorzichtig.
* Anders kunnen er ongelukken met letsel gebeuren.
Als u werkt op akkers met veel stenen of op harde akkers kan de
machine in onverwachte richtingen bewegen en omslaan. U kunt
vast komen te zitten onder de machine. Stel een kleinere bewer-
kingsdiepte in.
Gebruik de machine niet op akkers met te veel stenen en/of op te
harde akkers, waar het moeilijk werken is.
* Anders kunnen er ongelukken met letsel gebeuren.
9