ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alvorens het apparaat te installeren, moet u verplicht de elektrische installatie grondig controleren:
verifieer dat ze conform is met de geldende veiligheidsnormen, dat ze aangepast is aan het maximaal
opgenomen vermogen van de boiler (zie de gegevens op het typeplaatje) en dat de doorsnede van
de kabels voor de elektrische aansluiting correct is en met de geldende normen overeenkomt.
De fabrikant van het apparaat is niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door afwezigheid
van een aardaansluiting of door onregelmatigheden in de elektrische voeding. Vóór de inbedrijfstelling
moet u controleren of de netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje van de apparaten.
Meervoudige stekkers, verlengsnoeren of adapters zijn verboden. Het is verboden om de leidingen
van het hydraulische systeem, de verwarming of het gas te gebruiken voor de aardaansluiting van het
toestel. Als het apparaat over een voedingskabel beschikt en deze vervangen moet worden, moet u
een kabel gebruiken met dezelfde eigenschappen (type H05VV-F 3 x 2,5 mm
voedingskabel (type H05VV-F 3 x 2,5 mm
het apparaat worden gestoken, afhankelijk van het model.
Model VERT: steek de kabel in de opening aan de achterkant van het apparaat en trek hem door tot aan
de klemmenstrook (Afb. 7a, Ref. C). Alvorens de kabel aan te sluiten, brengt u het meegeleverde ferriet
aan (Afb. 7b).
Model STAB: steek de kabel onderaan in de op het frontpaneel gemonteerde kap en trek hem door tot
aan de klemmenstrook (Afb. 7c, Ref. C).
Zet de voedingskabel vast met de speciale bijgeleverde kabelklemmen. Om het apparaat van het net
los te schakelen, gebruikt u een tweepolige schakelaar die voldoet aan de geldende nationale normen
(min. afstand tussen de contactpunten 3 mm, beter indien voorzien van zekeringen). Het apparaat moet
verplicht geaard worden en de aardingskabel (die geelgroen moet zijn en langer dan die van de fasen)
moet worden bevestigd aan de klem aangegeven met het symbool
LET OP!
Elke directe aansluiting op de verwarmingsweerstand is verboden en gevaarlijk.
TESTEN EN INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT
Vul het apparaat eerst met water voordat u het inschakelt.
Voor het vullen opent u de hoofdkraan van de waterleiding en die van het warme water totdat alle lucht
uit de boiler is. Controleer eventuele waterlekkage aan de flenzen, draai de bouten (Afb. 5, Ref. C)
eventueel matig aan met een maximaal koppel van 20 Nm.
Zet het apparaat aan met de schakelaar.
ONDERHOUD (VOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL)
Alle ingrepen en onderhoudsactiviteiten moeten door erkende installateurs worden uitgevoerd
(installateurs die in het bezit zijn van de rekwisieten die door de geldende normen worden
vastgesteld).
Voordat u de Technische Servicedienst inschakelt omdat u een storing vermoedt, dient u te controleren
of deze storing niet afhankelijk is van andere oorzaken, zoals bijvoorbeeld een tijdelijke onderbreking
van de toevoer van water of elektriciteit.
LET OP! Koppel het apparaat los van de netvoeding voordat u werkzaamheden verricht.
TABEL WATERHARDHEID EN -GELEIDBAARHEID.
Model
Gevuld
Hardheid > = 8 °F
ABYLEOS
Watergeleidbaarheid aan inlaat > = 100 μS/cm
LEGEN VAN HET APPARAAT
U dient het apparaat te legen indien het ongebruikt in een vertrek wordt geplaatst waar het mogelijk
kan vriezen.
Als dit nodig is, kunt u het apparaat als volgt legen:
- koppel het apparaat los van de netvoeding;
- draai de afsluitkraan dicht, indien geïnstalleerd (Fig. 2, Ref. D), anders de hoofdkraan van de woning;
- draai de warmwaterkraan open (wastafel of badkuip);
- draai de kraan open (Fig. 2, Ref. B).
64 / NL
2
, diameter 8,5 mm) moet in de daartoe bestemde opening op
Off-peak
Hardheid > = 8 °F
Watergeleidbaarheid aan inlaat > = 200 μS/cm
2
, diameter 8,5 mm). Deze
.