14. Voorkom onbedoelde activering. Zorg ervoor dat de schakelaar in de uit-positie staat
voordat u het apparaat oplaadt, oppakt of draagt. Het dragen van het apparaat met
uw vinger op de schakelaar of het inschakelen van het apparaat met de schakelaar
aan kan ongelukken veroorzaken.
15. Gebruik voor het opladen van de batterij uitsluitend de bij dit apparaat geleverde
uitneembare voedingseenheid. Het reinigingsstation dat geschikt is voor een
bepaald type batterijpack, kan brandgevaar opleveren bij gebruik met een andere
batterijpack.
16. Ontkoppel de batterij van het apparaat voordat u het apparaat gaat afstellen,
toebehoren gaat verwisselen, onderhoud uitvoert of het apparaat gaat opbergen.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het
apparaat per ongeluk wordt gestart.
17. Bij onjuist gebruik kan er vloeistof uit de batterij komen; vermijd contact. Als er per
ongeluk contact plaatsvindt, spoel dan met water. Als er vloeistof in contact komt
met de ogen, zoek dan medische hulp. Vloeistof die uit de batterij spuit, kan irritatie
of brandwonden veroorzaken.
18. Gebruik het apparaat niet als het beschadigd of aangepast is. Beschadigde of
aangepaste batterijen kunnen onvoorspelbaar gedrag vertonen, wat kan leiden tot
brand, explosie of risico op letsel.
19. Stel het apparaat niet bloot aan vuur of hoge temperaturen. Blootstelling aan vuur of
temperaturen boven 130 °C kan een explosie veroorzaken.
20. Volg alle oplaadinstructies en laad het apparaat niet op buiten het in de instructies
aangegeven temperatuurbereik. Onjuist opladen of bij temperaturen buiten het
gespecificeerde bereik kan de batterij beschadigen en het risico op brand vergroten.
21. Laat onderhoud uitvoeren door een gekwalificeerde reparateur met alleen identieke
vervangingsonderdelen. Dit zorgt ervoor dat de veiligheid van het product wordt
gehandhaafd.
22. Dit apparaat bevat batterijcellen die niet kunnen worden vervangen. Pas het
apparaat of het batterijpack niet aan en probeer het niet te repareren, behalve zoals
aangegeven in de instructies voor gebruik en onderhoud.
23. Schakel dit apparaat altijd uit voordat u het gemotoriseerde mondstuk aansluit of
loskoppelt.
24. Laad of berg het apparaat niet buiten of in de auto op. Laad, bewaar of gebruik het
apparaat alleen in een droge ruimte binnenshuis waar de temperatuur hoger is dan
4 °C maar lager dan 40 °C. Het reinigingsstation is alleen voor gebruik binnenshuis.
25. Gebruik apparaten alleen met speciaal daarvoor bestemde batterijpacks. Het gebruik
van andere batterijen kan leiden tot letsel en brand.
26. Als de batterij niet in gebruik is, houd deze dan uit de buurt van andere metalen
voorwerpen, zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere
kleine metalen voorwerpen, die een verbinding van de ene aansluiting naar de
andere kunnen maken. Kortsluiten van de batterijpolen kan brandwonden of brand
veroorzaken.
27. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer te trekken. Om de
stekker uit het stopcontact te halen, pakt u de stekker vast, niet het netsnoer.
48