Apparaatbeschrijving
1
Deksel
Warmtegeïsoleerde handgrepen
2
3
Taphendel
4
Tapkraan
5
Kabelspoel
Temperatuurregelaar
6
7
Indicatielampje
8
Inmaakrooster
Ingebruikname
Apparaat plaatsen
•
Rol het netsnoer volledig van de kabelspoel
af.
•
Plaats het apparaat op een egaal antislip op-
pervlak. Let erop, dat het stopcontact goed te
bereiken is.
Apparaat gebruiksklaar maken
•
Reinig het apparaat zoals beschreven in het
hoofdstuk "Reinigen en onderhouden".
•
Steek de netstekker in een stopcontact.
•
Vul met ca. 5 liter water en kook het uit (zie
hoofdstuk "Apparaat in- en uitschakelen").
Let op:
pak het apparaat in verhitte toestand alleen bij de
handgrepen
2
vast. Verbrandingsgevaar!
Opmerking:
bij de eerste ingebruikname kan er, veroorzaakt
door restanten van het productieproces, sprake zijn
van een lichte geurontwikkeling. Dit is volledig on-
schadelijk en gaat na enige tijd voorbij. Zorg voor
voldoende ventilatie, open bijvoorbeeld een raam.
Apparaat aan-/uitzetten
Zet de temperatuurregelaar
temperatuur.
Het indicatielampje
temperatuur bereikt is, gaat het indicatielampje
Het gaat tussendoor weer branden, als de ingestelde
temperatuur niet meer werd bereikt en de inmaakketel
opnieuw opwarmt.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, draait u de
temperatuurregelaar
Als u het apparaat niet gebruikt, haalt u altijd de
stekker uit het stopcontact.
Inmaken
Met inmaken wordt de conservering van levensmid-
5
delen bedoeld door inwerking van hitte. Afhankelijk
van de soort en massa van de levensmiddelen die
geconserveerd worden, onderscheidt men tussen
het procedé van steriliseren en pasteuriseren.
Bij het steriliseren worden de te conserveren levens-
middelen op ten minste 100°C verhit. Bij het pa-
steuriseren ligt de verwarmingstemperatuur op
80°C. Voor huishoudelijk gebruik is pasteuriseren
voldoende.
Men heeft hiervoor passende inmaakglazen met
schroefdeksel nodig, of met doppen en rubberen
ringen.
1. Leg het inmaakrooster
2. Zet de goed afgesloten inmaakglazen op het
inmaakrooster
Opmerking:
maximaal kunnen er 14 1-Liter-inmaakglazen in twee lagen
boven elkaar gepasteuriseerd/gesteriliseerd worden.
3. Vul de inmaakketel met zoveel water, dat de bo-
venste inmaakglazen ten minste voor 3/4 in het
water staan. Let erop, dat de inmaakglazen in
de onderste laag goed afgesloten zijn, zodat er
geen water kan binnendringen.
- 27 -
6
op de gewenste
brandt. Als de ingestelde
7
6
op OFF.
8
in de inmaakketel.
8
.
7
uit.