De BKT 4 case kan ook met de externe wandcontroller (bijv. type DT-IR1) worden bediend,
waardoor de basisfuncties van het apparaat kunnen worden uitgebreid (zie hoofdstuk ‚BE-
DIENING IN AFSTANDSMODUS').
BEDIENING IN LOCALE MODUS (zonder de externe infraroodregelaar)
In de lokale modus kan een van de 1 temperatuurwaarden worden ingesteld: , 1, 2,..., 8, 9,
die overeenkomen met de verschillende waarden van de kamertemperatuur in de kamer.
Druk op + , – de pijltjestoetsen en om de instelling te wijzigen. De ingestelde waarde bete-
kent dat de kast niet opwarmt. De waarden 1 tot 9 komen overeen met de radiatortempe-
ratuur van 2 tot 28 °C.
Het pictogram
geeft de huidige verwarmingsstatus aan.
Uitschakelen, in lokale modus, communicatie op afstand:
De BKT 4 is geprogrammeerd om samen met de externe infraroodregelaar te werken.
Daarom knippert het pictogram om aan te geven dat de koffer contact zoekt met de infra-
roodprogrammer.
Als de gebruiker geen IR programmer heeft en de BKT 4 alleen in lokale modus gebruikt,
kan het knipperen van het pictogram
worden uitgeschakeld door de knop ingedrukt
te houden. Het is mogelijk om op dezelfde manier naar de remote modus terug te keren.
BEDIENING IN REMOTE MODUS (programmering via de externe programmer)
In de lokale modus wordt de kamertemperatuur gemeten via de externe infrarood pro-
grammer, die informatie naar de BKT 4 case stuurt over het verwarmingsvermogen dat
nodig is om de op de programmer ingestelde temperatuur te handhaven. Om deze reden
blijven de + en – toetsen inactief.
Zodra de BKT 4 is ingeschakeld, begint hij naar de IR infraroodregelaar te zoeken: aange-
geven door het knipperende pictogram. Als het pictogram niet knippert, is de communica-
tiemodus op afstand uitgeschakeld. Druk op de knop
om hem te activeren.
Zodra het eerste juiste signaal is ontvangen, geeft de BKT 4 case aan dat de communicatie
tot stand is gebracht door het icoon te laten oplichten. Er verschijnt een horizontale lijn op
het display.
Vanaf nu wordt het verwarmingsvermogen via de externe IR-regelaar geregeld .
Elke keer dat het juiste bericht wordt ontvangen, signaleert de BKT 4 dit met een horizon-
tale lijn op het display. De regelaar verstuurt de melding na elke instellingswijziging door de
gebruiker (het uitschakelen van de markering
) en herhaalt deze elke 10 minuut om de
communicatie te bevestigen. Als de BKT 4 gedurende 30 minuten geen correcte melding
ontvangt, schakelt hij automatisch naar de lokale modus, stelt zijn instelling in en signaleert
het verlies van communicatie door het pictogram
te laten knipperen.
NL
91