Alarm Duration - Alarmduur; Baud Rate - Doorvoercapaciteit Voor De Afstandsbediening Via Rs-232-Interface; Dwell Time - Verblijftijd Voor De Automatische Beelddoorschakeling; Ext Audible Alarm - Alarmrelais Voor - Monacor TVSP-46 Mode D'emploi

Bovendien wordt tijdens de menu-instelling met de
NL
LED's boven de toetsen weergegeven, welke toetsen
B
kunnen worden ingedrukt. Alle wijzigingen die in het
instelmenu zijn doorgevoerd, worden duurzaam
opgeslagen en blijven dus ook na uitvallen van de voe-
dingsspanning behouden.
Om het instelmenu weer te verlaten, drukt u (evt. her-
haald) op de toets MENU/EXIT (8).
Alarmmeldingen die tijdens de bediening van het
instelmenu binnenkomen, worden door de videopro-
cessor genegeerd. Daarom schakelt het apparaat
automatisch weer naar de normale modus van zodra
tijdens de menu-instellingen ca. 15 sec lang geen toets
werd ingedrukt.
Met de toets MENU (5) wordt volgend instelmenu inge-
voegd:
(MENU)
ALARM DURATION : 02 SEC
BAUD RATE : 1200 BPS
DWELL TIME : 03 SEC
INT AUDIBLE ALARM :
EXT AUDIBLE ALARM : ON
SET TIME : 02y : 02m : 05d : 11h : 12m : 13s
DWELL SETUP (CH 01) :
ALARM POLARITY (CH 01) : HIGH
CAMERA TITLE SETUP (CH 01) : ABCDEFGHIJ
EVENT LIST
VIDEO SET
SYSTEM RESET
:SEL.ENTER : VERIFY CHOICE.MENU : EXIT
Het momenteel geselecteerde menu-item wordt door
de pijl in de linker marge aangeduid.
Selecteer met de toetsen
item en bevestig met ENTER (8).
De afzonderlijke menu-items:
5.2.1 ALARM DURATION – Alarmduur
Hiermee kan u de sluitingstijd van het relaiscontact
instellen na activering van een alarm, en het alarmsig-
naal weerklinkt gedurende 1 tot 99 sec (zover dit via
het menu-item 5.2.5 "EXT AUDIBLE ALARM" resp.
5.2.4 "INT AUDIBLE ALARM" werd toegelaten). Door
op een willekeurige toets te drukken, kan het alarm
voortijdig worden afgebroken.
5.2.2 BAUD RATE – Doorvoercapaciteit voor de
afstandsbediening via RS-232-interface
Voor de bediening op afstand via de seriële interface
kan u hier een kiezen uit een doorvoercapaciteit van
1200, 2400, 3600, 4800, 9600, 19 200, 57 600 of
115 200 bit/sec.
5.2.3 DWELL TIME – Verblijftijd voor de automati-
sche beelddoorschakeling
Hier wordt de verblijftijd per beeld (1 tot 30 sec) voor
de automatische modus weergegeven.
36
ON OFF
OFF
ON OFF
LOW OFF
(1) en (2) een menu-
5.2.4 INT AUDIBLE ALARM – Geluidssignaal voor
het alarm
Hiermee schakelt u het alarmsignaal dat weerklinkt bij
verlies van videosignaal of alarm via een alarmingang,
in (ON) of uit (OFF).
5.2.5 EXT AUDIBLE ALARM – Alarmrelais voor

extern alarm

Deze bepaalt of het alarmuitgangsrelais bij verlies van
videosignaal of bij alarm via een alarmingang moet
(ON) of niet moet (OFF) schakelen.
5.2.6 SET TIME – Instelling van de tijdinvoeging
Deze instelling bepaalt of het momentele tijdstip en de
datum worden ingevoegd en in welke vorm. Met de
toets ENTER (8) wordt gewisseld tussen de weerga-
veformaten
"Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde"
(__y : __m : __d : __h : __m : __s),
"Dag/Maand/Jaar/Uur/Minuut/Seconde"
(__d : __m : __y : __h : __m : __s)
en "geen tijdweergave" (TIME DISPLAY OFF). De
interne klok kan met behulp van de toetsen
+ (6) en – (7) worden ingesteld.
5.2.7 DWELL SETUP – Instelling van de beeldse-
quentie
Deze instelling bepaalt welke beelden in de automati-
sche modus worden getoond. Selecteer met de toet-
sen (1) en (2) het beeld (CH1, CH2, CH3, CH4 of
QUAD) en stel met de toetsen
beeld in de beeldsequentie moet (ON) of niet moet
(OFF) worden opgenomen.
5.2.8 ALARM POLARITY – Configuratie van de
alarmingangen
De configuratie bepaalt welke alarmingangen actief
moeten zijn en of ze op HIGH-niveau of LOW-niveau in
werking moeten treden. Selecteer met de toetsen
en ) het nummer van de alarmingang (CH1, CH2, CH3
of CH4) en stel met de toetsen
alarmingang op HIGH-niveau, LOW-niveau of helemaal
niet (OFF) moet reageren. Een open ingang geldt daar-
bij als HIGH-niveau. Bij verbinding van de ingang met
massa, ligt hij op LOW-niveau.
5.2.9 CAMERA TITLE SETUP – Invoeging van
camera-namen
Hier kan in elk van de vier camerabeelden een naam
van maximaal tien tekens worden ingevoegd. Selecteer
met de toetsen (1) en
camera-ingang (CH1, CH2, CH3 of CH4), selecteer met
de toetsen + (6) en – (7) een teken en ga met de toet-
sen (3) en (4) naar de volgende of vorige teken-
positie. Selecteer met de toets ENTER (8) of de naam al
dan niet (UNSHOWN) moet worden weergegeven.
Opmerking: De invoegmogelijkheden van camera-
namen, datum en tijdstip gelden enkel voor de kwa-
drantweergave. In de schermvullende weergave wor-
den geen teksten ingevoegd.
(3), (4),
(3) en (4) in, of dit
(1)
(3) en (4) in, of deze
(2) het nummer van de