5 Werking
Belangrijk! Om het apparaat automatisch op de
videostandaard van de eerste video-
ingang te laten instellen, moet het signaal
beschikbaar zijn alvorens het apparaat
op de voedingsspanning aan te sluiten.
Na aansluiting van de voedingsspanning is een kort
geluidssignaal hoorbaar. Na ca. 2 seconden geeft de
processor de kwadrantweergave van de bedrijfsmo-
dus "Normaal" weer.
Bij de eerste ingebruikneming gelden de door de
fabrikant voorgeprogrammeerde basisinstellingen (zie
hoofdstuk "Voorinstellingen" in hoofdstuk 5.2.12). Hoe
u deze toestelinstellingen moet wijzigen, leest u in
hoofdstuk 5.2 "De toestelinstellingen wijzigen".
5.1 Functies
5.1.1 Normaal
De bedrijfsmodus "Normaal" is voorgeprogrammeerd
en schakelt in bij toegevoerde voedingsspanning. De
camera's die op het apparaat zijn aangesloten, worden
als vier beelden op één scherm (kwadrantweergave)
weergegeven. De LED van de toets QUAD licht op.
Indien er op een camera-ingang geen camera is aan-
gesloten, wordt het betreffende kwadrant donker weer-
gegeven met daarin het symbool
pert bij ontbrekend videosignaal op een video-ingang
de LED boven de betreffende toets 1 tot 4 voor een
schermvullend beeld.
Door op een van de toetsen "1" ( ) tot "4" ( ) te
drukken, schakelt u naar de weergave van de betref-
fende camera als schermvullend beeld.
Opmerking: De bediening van het toestel in de be-
drijfsmodus "Normaal" heeft geen invloed op de beel-
dopname. Het signaal op de aansluiting QUAD OUT
(14) is steeds een kwadrantweergave, ongeacht het
geselecteerde monitorbeeld.
5.1.2 Automatisch (AUTO)
Deze bedrijfsmodus wordt geselecteerd door op de
toets AUTO (7) te drukken, en start de automatische
doorschakeling (sequentieschakeling) overeenkom-
stig de beeldsequentie en verblijftijd die met toestelin-
stellingen zijn geselecteerd. Meer informatie over de
instellingen van de beeldsequentie vindt u in hoofd-
stukken 5.2.3 en 5.2.7. De LED boven de toets AUTO
licht op. Bovendien licht telkens de LED voor de
momenteel getoonde weergave op. Camera-ingangen
zonder geldig videosignaal worden bij de weergave
van de geselecteerde beeldsequentieschakeling auto-
matisch overgeslagen.
5.1.3 Stilstaand beeld (FREEZE)
Om deze bedrijfsmodus te selecteren, drukt u op de
toets VCR PLAY/FREEZE (8). De LED boven de toets
licht op. Stilstaande beelden zijn enkel in de kwadrant-
weergave mogelijk, daarom wordt bij oproepen van
deze bedrijfsmodus automatisch naar het kwadrant-
beeld geschakeld. Nu kan u via de toetsen 1 tot 4 de
beelden van de kwadranten als stilstaand beeld
"bevriezen". De LED boven de betreffende toets licht
op tijdens de weergave van het stilstaande beeld.
Zolang een beeld stilstaat, knippert in het betreffende
kwadrant het symbool "Z". Door opnieuw op de toets te
drukken, "ontdooit" u het beeld, d.w.z. het momentele
camerabeeld wordt opnieuw weergegeven. Door op-
nieuw op de toets VCR PLAY/FREEZE (8) te drukken,
gaat u terug naar de bedrijfsmodus "Normaal" met ge-
selecteerd kwadrantbeeld.
5.1.4 Weergave (VCR PLAY)
Door de toets VCR PLAY/FREEZE lang ingedrukt te
houden (> 2 sec), schakelt de videoprocessor naar de
bedrijfsmodus "Weergave". De LED boven de toets
knippert in deze modus. Er kunnen beelden worden
getoond die net door de videorecorder worden geregi-
streerd of weergegeven. Wanneer u nu op een van de
toetsen 1 tot 4 drukt, wordt het betreffende kwadrant
tot schermvullend beeld uitvergroot. Daardoor kunnen
bij de weergave van een kwadrantbeeld afzonderlijke
kwadranten nauwkeuriger worden bekeken. De LED
boven de betreffende toets licht op. Druk op de toets
QUAD (6) om het volledige beeld weer te geven. Om
deze bedrijfsmodus weer te verlaten, drukt u opnieuw
op de toets VCR PLAY/FREEZE (8). Het apparaat
schakelt dan naar de bedrijfsmodus "Normaal" met het
geselecteerde kwadrantbeeld.
. Bovendien knip-
5.2 De toestelinstellingen wijzigen
Om de videoprocessor optimaal aan te passen aan het
betreffende bewakingssysteem, kan u vele bedrijfs-
parameters aanpassen. Alle instellingen gebeuren via
een schermmenu.
te roepen. De LED boven de toets begint op te lichten.
Wanneer het apparaat in de bedrijfsmodus "Weer-
gave" of "Stilstaand beeld" staat, dan moet u eerst op
de toets VCR PLAY/FREEZE (8) drukken om terug
naar de modus "Normaal" te gaan.
Voor het gebruik van de instelmenu zijn de volgende
toetsen vereist:
ENTER (8)
+ (6) en – (7)
MENU/EXIT (5)
De toetsen, die vereist zijn voor de instelling in het
menu, en hun overeenkomstige functie worden telkens
in de onderste regel van het menu weergegeven.
Druk op de MENU-toets (5) om dit schermmenu op
(1) en
(2)
als cursortoetsen om het menu-item te selecteren.
om de selectie te bevestigen
(3) en
(4)
als cursortoetsen om de te wijzigen parameter te
selecteren of om andere mogelijkheden te selec-
teren. De geselecteerde parameter resp. het ge-
selecteerde alternatief wordt door knipperen ge-
markeerd.
om de geselecteerde parameterwaarde te verho-
gen of verlagen.
om naar de menupagina terug te keren resp. het
instelmenu te verlaten.
NL
B
35