1.
G e b r u i k d e m e e g e l eve rd e m a l o m d e
montageplaats te markeren.
2.
Leg de water- en elektriciteitsaansluitingen aan
tot aan de gemarkeerde punten.
3.
Verwijder de behuizing en beoordeel de
technische staat. Ver wijder eventuele
transportschade en gebruik een multimeter
om de activering van de veiligheidsschakelaar
te controleren (stand van de NC-contacten).
4.
Installeer de doorstroomverwarmer op
de schroefaansluitingen nadat u eerst de
stroomkabel heeft ingevoerd. Houd tijdens
de installatie geen interne onderdelen van de
doorstroomverwarmer vast.
5.
Sluit de doorstroomverwarmer aan op de
elektrische installatie.
6.
Ver wijder het deksel van de koud- en
warmwaterleidingen van het apparaat.
7.
Sluit de doorstroomverwarmer aan op de
waterinstallatie.
8.
Open de koudwatertoevoer en controleer de
waterdichtheid van de wateraansluitingen.
9.
Ontlucht het apparaat (zie Ontluchting).
10. Bevestig het deksel van de doorstroomverwarmer.
11. Zorg ervoor dat er niets in contact
komt met onder spanning
staande onderdelen via de
openingen in de achterwand.
7
52
3 3
2 2
1 1