Veiligheidsrichtlijnen (vervolg)
Werken met dit product
•
Voor de installatie van de verwarmer moet worden gecontroleerd
of de verpakking of het apparaat zelf geen sporen van
mechanische schade vertoont. Het is verboden het apparaat te
installeren en te gebruiken in geval van zichtbare schade aan de
verpakking of het apparaat zelf vanwege het gevaar.
•
De boiler mag alleen worden gebruikt als deze correct is
geïnstalleerd en zich in een perfecte technische staat bevindt.
•
De specifieke weerstand van het leidingwater mag niet lager zijn
dan:
-
1100 Ω cm voor een maximale inlaatwatertemperatuur tot 25°C,
-
1300 Ω cm voor een maximale inlaatwatertemperatuur > 25 tot
maximaal 45°C.
•
Voor de eerste ingebruikname en na elke keer dat de boiler is
leeggemaakt (bijvoorbeeld in verband met werkzaamheden
aan de watertoevoer vanwege onderhoud), moet deze worden
ontlucht volgens het onderdeel „Ontluchting".
•
Het opslaan van de boiler in een ruimte met een temperatuur
onder 0°C kan schade veroorzaken (er kan water in zitten dat bij
bevriezing onderdelen van het apparaat kan doen barsten).
•
Het ontbreken van een zeef in de watertoevoer kan de boiler
beschadigen.
•
Kalkaanslag op de elementen van de boiler kan de waterstroom
beperken of de boiler beschadigen. Schade veroorzaakt door dit
wordt niet gedekt door de garantie. De boiler en de bijbehorende
sanitairaccessoires dienen regelmatig te worden ontkalkt,
en de frequentie van ontkalking moet gebaseerd zijn op de
waterhardheid.
•
Een gedetailleerde beschrijving van de wandmontage, de positie
van het apparaat, de bevestiging ervan en de aansluiting op
het elektriciteitsnet is uitvoerig beschreven in het hoofdstuk
Installatie.
FR;GR;NL;SI -099B_f.1962
NL
47