Veiligheidsrichtlijnen
Aansluitvereisten van het product
•
Het apparaat is alleen bedoeld voor montage op een vlakke,
verticale wand.
•
Het elektrische systeem moet worden gepland en uitgevoerd
volgens de geldende voorschriften.
•
De verwarming moet zo worden geïnstalleerd dat er vrije
toegang is voor onderhoud. Dit omvat het handhaven van een
minimale afstand van 100 mm tot muren en plafonds en een
maximale afstand van 200 mm tussen de voorste afdekking en
de dichtstbijzijnde scheidingswand.
•
Het apparaat mag niet worden geïnstalleerd in ruimtes met
explosiegevaar of waar de omgevingstemperatuur onder 0°C
kan dalen.
•
Het gebruik van kunststof buizen bij de in- en uitlaat van het
apparaat is toegestaan, maar de buizen die bij de uitlaat worden
gebruikt, moeten een sterkte hebben van minstens 20 bar bij een
temperatuur van 70°C.
•
De verwarming moet worden aangesloten op het elektriciteitsnet
en de effectiviteit van de bescherming tegen elektrische
schokken (met een record) moet worden gemeten door een
professionele elektricien.
•
De verwarming moet absoluut worden aangesloten op de
beschermende aarde, waarvan de kwaliteit (continuïteit van de
beschermende geleider) regelmatig moet worden gecontroleerd
(in overeenstemming met de geldende voorschriften) door een
gekwalificeerde elektricien. Het wordt aanbevolen de verwarming
te installeren op geaarde stalen of koperen hydraulische fittingen.
•
Volgens de algemene voorschriften moet het elektrische systeem
zijn uitgerust met een zeer gevoelige aardlekschakelaar (met een
maximale uitschakelstroom van 30 mA), waarbij wordt aanbevolen
om een afzonderlijke vierpolige aardlekschakelaar (onafhankelijk
van de rest van het systeem) met een stroom van 10 of 30 mA in
het voedingscircuit van de verwarming te installeren.
•
In overeenstemming met de installatievoorschriften moet
in de permanent geïnstalleerde elektrische installatie een
scheidingsschakelaar worden opgenomen die een contact
openingsbreedte van minstens 3 mm op elk pool heeft.
•
H e t e l e k t r i s c h e s y s t e e m m o e t z i j n u i t g e r u s t m e t
overspanningsbeveiligingsmaatregelen van ten minste klasse B.
•
Het apparaat moet permanent worden aangesloten op vaste
bedrading.
•
Het apparaat moet worden geaard.
46