OCD5/MCD5-1999 / OWD5/MWD5-1999
Om te vermijden dat losse kabels in de vaste installatie in
aanraking komen met het klemmenblok van de vloersensor,
moeten ze met kabelbinders worden vastgezet.
Aangeraden wordt om de kabel en sensor in een niet-geleidende
installatiebuis te plaatsen die in de vloer verankerd ligt. Het
uiteinde van de buis moet zo hoog mogelijk in de betonlaag
worden aangebracht. De sensor kan ook direct in de vloer worden
verankerd. De sensorkabel moet via een afzonderlijke buis worden
gevoerd of afgescheiden zijn van stroomkabels.
De vloersensor moet midden tussen de verwarmingskabels
worden geplaatst.
De sensorkabel is tot 100 m te verlengen met behulp van een
afzonderlijke tweeaderige kabel. De twee overgebleven aders in
een meeraderige kabel die bv. stroom aan de verwarmingskabels
van de vloerverwarming leveren, mogen niet worden gebruikt.
De schakelpieken van dergelijke netspanningskabels kunnen
stoorsignalen veroorzaken die het goed functioneren van de
regelaar kunnen beïnvloeden. Als een gewapende kabel wordt
gebruikt, moet de wapening niet worden geaard (PE). De
tweeaderige kabel moet in een afzonderlijke buis worden geplaatst
of op een andere wijze afgescheiden zijn van stroomkabels.
Montage van thermostaat met ingebouwde kamersensor
De kamersensor wordt gebruikt om de temperatuur in kamers
te regelen. De thermostaat moet aan de wand ca. 1,5 m boven
de vloer worden gemonteerd om een vrije luchtcirculatie te
bewerkstelligen. Tocht, direct zonlicht en andere warmtebronnen
moeten vermeden worden.
Afb. 4 - Openen van de thermostaat
1. Schuif de stroomschakelaar naar Uit "0".
2. Steek ALLEEN een kleine schroevendraaier in de sleuf in het
midden van de onderkant van het voordeksel om de pal die het
voordeksel blokkeert in te drukken en te vergrendelen.
3. Trek het voordeksel voorzichtig weg; eerst van het onderste
gedeelte van de thermostaat, vervolgens van het bovenste
gedeelte van de thermostaat.
© 2021 OJ Electronics A/S
Nederlands
55