automatisch de temperatuur op dit niveau handhaven. Hij doet dit door de
verwarmingselementen uit- en weer in te schakelen wanneer de temperatuur teveel stijgt
dan wel daalt. Let op! De ventilator blijft wel draaien, wanneer de thermostaat de
verwarmingselementen heeft uitgeschakeld. De kachel houdt zo de lucht in de ruimte in
beweging en is derhalve optimaal in staat te voelen of de ruimte afkoelt. De
thermostaatknop is traploos te bedienen. Door hem met de klok mee te draaien wordt
een steeds hogere temperatuur ingesteld; door tegen de klok in te draaien wordt een
lagere temperatuur ingesteld.
Beveiligingen
De oververhittingsbeveiliging schakelt de kachel uit wanneer het inwendig te heet wordt.
Bij uitschakeling door oververhitting onmiddellijk de functieknop op O zetten, de stekker
uit het stopcontact nemen en de kachel zeker 10 minuten laten afkoelen. Daarna kunt u
hem in principe weer gewoon gebruiken. Oververhitting heeft evenwel doorgaans een
reden: de kachel kan zijn warmte onvoldoende kwijt of kan te weinig frisse lucht aanzuigen
(door afdekking, verstopping van roosters, plaatsing te dicht op een muur o.i.d.). Neem,
voordat u de kachel weer in gebruik neemt, de oorzaak van de oververhitting weg. Vindt u
geen oorzaak en treedt de oververhitting opnieuw op, gebruik de kachel dan niet meer
maar wend u tot uw leverancier/erkend elektricien voor controle/reparatie. Oververhitting
kan serieus brandgevaar opleveren!
Schoonmaak en onderhoud
Houd de kachel schoon. Neerslag van stof en vuil in het apparaat is een veelvoorkomende
reden van oververhitting! Verwijder dat dus geregeld. Schakel voor schoonmaak- of
onderhoudswerk de kachel uit, neem de stekker uit het stopcontact en laat de kachel
afkoelen.
Neem de buitenzijde van de kachel regelmatig af met een droge of goed-uitgewrongen
vochtige doek. Gebruik geen scherpe zeep, sprays, schoonmaak- of schuurmiddelen,
was, glansmiddelen of enige chemische oplossing!
Zuig met de stofzuiger (of blaas met een compressor) voorzichtig stof en vuil uit de
roosters en controleer of de luchtinlaat- en uitblaasopeningen schoon zijn. Let erop
tijdens het schoonmaken op geen inwendige onderdelen aan te raken c.q. te
beschadigen!
De kachel bevat verder geen onderdelen die onderhoud behoeven.
Ruim aan het eind van het seizoen de kachel schoon op, z.m. in de originele
verpakking. Plaats hem rechtop op een koele, droge en stofvrije plaats.
Verwijdering
Gooi het apparaat aan het einde van de levensduur weg volgens de plaatselijke wetten en
voorschriften of lever het apparaat in bij uw leverancier
.
16