Wifi connectiviteit
Verbindingsmodus
Het toestel moet verbonden zijn met de cloud zodat de applicatie het toestel op afstand kan
bewaken en bedienen.
Indicatielampje snelheidsstand 2 en het wifi indicatielampje branden.
Raak de timer-toets aan om de 'Verbindingsmodus' te activeren. Indicatielampje snelheidsstand
2 knippert.
Deze modus wordt na 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
Volg de instructies van de ConnectLife-app.
Koppelmodus
Als het instellen is gelukt en u een andere gebruiker wilt koppelen, dan kunt u de 'Koppelmodus'
van het wifi-menu en de optie 'Koppelen' of 'Ontdekken' van de ConnectLife-app gebruiken. Selecteer
in de ConnectLife-app de optie om een toestel toe te voegen en volg de instructies op.
Raak de timer-toets aan om 'Koppelmodus' te activeren. Indicatielampje snelheidsstand 3
knippert.
Deze modus wordt na 3 minuten automatisch uitgeschakeld.
Gebruik op de ConnectLife-app de optie 'Koppelen' of 'Ontdekken' om een andere gebruiker
te koppelen.
18