60 | Nederlands
Draai de SDS-hendel (18) tot aan de aanslag in de richting
van de aanraakbeveiliging (14) naar voren. Het zaagblad
wordt gelost en uitgeworpen.
Glijvoet
Bij de bewerking van kwetsbare oppervlakken kunt u de glij-
voet (10) op de voetplaat (11) plaatsen, om krassen op het
oppervlak te voorkomen.
Voor het plaatsen van de glijvoet (10) hangt u deze voor op
de voetplaat (11) in, duwt u deze achter omhoog en laat u
deze vastklikken.
Antisplinterplaatje (zie afbeelding C)
Het antisplinterplaatje (20) kan het versplinteren van het
oppervlak bij het zagen van hout verhinderen. Het antisplin-
terplaatje kan alleen bij bepaalde zaagbladtypes en alleen bij
een zaaghoek van 0° gebruikt worden. De voetplaat (11)
mag bij het zagen met het antisplinterplaatje niet naar achter
verplaatst worden om dichtbij de rand te zagen.
Duw het antisplinterplaatje (20) van onderaf in de voetplaat
(11) (zoals getoond in de afbeelding met de uitkerving naar
boven).
Zaaglijncontrole Cut Control (zie
afbeeldingen D−E)
De zaaglijncontrole Cut Control maakt het mogelijk om het
elektrische gereedschap precies langs een op het werkstuk
afgetekende zaaglijn te leiden.
Het kijkvenster (13) met de zaagmarkeringen kan ofwel met
behulp van de voet (15) aan de voetplaat (11) of zonder
voet (15) direct aan de glijvoet (10) worden bevestigd.
Cut Control aan de voetplaat bevestigen (zie afbeelding D):
– Klem het kijkvenster voor Cut Control (13) in de houders
op de voet (15) vast. Duw dan de voet iets bij elkaar en
laat deze in de geleiding (21) van de voetplaat (11) vast-
klikken.
– Voor het verwijderen van de voet (15) duwt u deze iets bij
elkaar en neemt u hem uit de geleiding (21).
Cut Control aan de glijvoet bevestigen (zie afbeelding E):
– Klem het kijkvenster voor Cut Control (13) in de houders
op de glijvoet (10) vast.
Afzuiging van stof en spanen
Stof van materialen zoals loodhoudende verf, enkele hout-
soorten, mineralen en metaal kan schadelijk voor de gezond-
heid zijn. Aanraking of inademing van stof kan leiden tot al-
lergische reacties en/of luchtwegaandoeningen bij de ge-
bruiker of personen die zich in de omgeving bevinden.
Bepaalde soorten stof, bijvoorbeeld van eiken- en beuken-
hout, gelden als kankerverwekkend, in het bijzonder in com-
binatie met additieven voor houtbehandeling (chromaat en
houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal
mag alleen door gespecialiseerde vakmensen worden be-
werkt.
– Gebruik indien mogelijk een voor het materiaal geschikte
stofafzuiging.
1 609 92A 8M8 | (18.08.2023)
– Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek.
– Er wordt geadviseerd om een stofmasker met filterklasse
P2 te dragen.
Neem de in uw land geldende voorschriften voor de te be-
werken materialen in acht.
Vermijd ophoping van stof op de werkplek. Stof kan
u
gemakkelijk ontbranden.
Stofafzuiging aansluiten (zie afbeeldingen F–G)
Schuif de afzuigaansluiting (6) zover in de uitsparing van de
voetplaat (11) tot deze vastklikt.
Steek de afzuigadapter (23) op een afzuigslang (22), zodat
deze hoorbaar vastklikt. Verbind de afzuigadapter (23) met
de afzuigaansluiting (6) op het elektrische gereedschap en
de afzuigslang (22) met een stofzuiger (accessoire).
Een overzicht voor aansluiting op verschillende stofzuigers
vindt u aan het einde van deze gebruiksaanwijzing.
Schakel de spanenblaasvoorziening uit, wanneer u de stofaf-
zuiging heeft aangesloten.
Gebruik voor een optimale afzuiging indien mogelijk het anti-
splinterplaatje (20).
De stofzuiger moet geschikt zijn voor het te bewerken mate-
riaal.
Gebruik bij het afzuigen van voor de gezondheid bijzonder
gevaarlijk, kankerverwekkend of droog stof een speciale zui-
ger.
Gebruik
Modi
Neem vóór alle werkzaamheden aan het elektrische
u
gereedschap (zoals het uitvoeren van onderhoud of
het wisselen van inzetgereedschappen e.d.) en vóór
het vervoeren en opbergen altijd de accu uit het elek-
trische gereedschap. Bij per ongeluk bedienen van de
aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
Pendelbeweging instellen
Dankzij de in vier standen instelbare pendelbeweging kun-
nen zaagsnelheid, zaagcapaciteit en zaagbeeld optimaal aan-
gepast worden aan het te bewerken materiaal.
Met de instelhendel (8) kunt u de pendelbeweging ook tij-
dens het gebruik instellen.
Geen pendelbeweging
Kleine pendelbeweging
Gemiddelde pendelbeweging
Grote pendelbeweging
De optimale pendelbeweging voor de gewenste toepassing
kunt u proefondervindelijk bepalen. Daarbij gelden de vol-
gende adviezen:
– Hoe fijner en zuiverder de zaagrand moet worden, hoe
kleiner de pendelbeweging ingesteld moet worden, of de-
ze moet eventueel helemaal uitgeschakeld worden.
– Schakel bij de bewerking van dunne materialen (bijv. pla-
ten) de pendelbeweging uit.
Bosch Power Tools