wrijving en slijtage evenals tegen schade door ladingen met scherpe randen beschermd
worden.
Bediening
Q
Neersjorren (HG01477A-1, HG01477A-2):
de lading wordt door middel van sjormiddelen op het laadoppervlak geperst (zie afb. I).
Diagonaalsjorren (HG01477A-1):
de lading wordt door middel van 4 sjorbanden geborgd en direct met het voertuig verbonden
(zie afb. II).
Sjorband aanbrengen
De gekozen sjorband moet zowel sterk als lang genoeg zijn voor de gewenste toepassing en
sjormethode. Waarborg altijd een goede werkwijze bij het sjorren: het aanleggen en
verwijderen van de sjorbanden moet vóór begin van de rit worden gepland.
Tijdens een lange rit moet rekening worden gehouden met gedeeltelijk lossen van de lading.
Het aantal sjorbanden moet worden berekend volgens EN 12195-1. U mag voor het
neersjorren alléén sjorsystemen gebruiken die op het etiket gekenmerkt zijn voor het
neersjorren met voorspankracht STF.
HG01477A-1:
Bevestig de sjorband met de S-haak veilig aan de lading.
j
Open de ratelgreep
j
(zie afb. A III).
4
Voer de sjorband
j
sleufas
totdat de sjorband
3
j
Span de sjorband door de ratelgreep heen en weer te bewegen (zie afb. A I-III).
Span de sjorband totdat de gewenste spanning bereikt is.
Opmerking: waarborg dat minimaal 1,5 en maximaal 3 wikkelingen van de sjor-
band
op de sleufas
4
Breng de ratelgreep
j
HG01477A-2:
Enrouler la sangle d'arrimage autour du chargement.
j
j
Enfoncer la boucle
(voir ill. C).
Passer prudemment la sangle
j
atteinte. Relâcher la boucle
38 NL/BE
en breng de sleufas
1
in de sleufas
van de ratel. Trek hem voorzichtig door de
4
3
strak tegen de lading ligt.
4
voorhanden zijn.
3
in de basisstand (zie afb. A I). De lading is nu geborgd.
1
et insérer la sangle
5
dans la boucle jusqu'à ce que la tension désirée soit
6
.
5
in de invoerpositie voor de sjorband
3
par le bas dans la boucle zamak
6