10. Accutype (LiPo/LiHV) selecteren
• Houd de bedieningstoets (8) gedurende ongeveer 3 seconden
ingedrukt, totdat „A–P" of „A–H" op het display verschijnt; hierbij
knippert „P" (LiPo-accu) resp. „H" (LiHV-accu).
• Om tussen „A–P" en „A–H" om te schakelen, houdt u de bedie-
ningstoets ca. 3 seconden lang ingedrukt.
„A–P" = alle 6 laadkanalen worden op het accutype „LiPo" in-
gesteld
„A–H" = alle 6 laadkanalen worden op het accutype „LiHV" in-
gesteld
Als er ca. 3 seconden lang geen toets wordt ingedrukt,
dan slaat de oplader de actuele instelling op en verlaat
de programmeermodus.
• U kunt het accutype ook voor elk laadkanaal afzonderlijk in-
stellen (bijv. laadkanaal 1+2 = „LiPo", laadkanaal 3+4+5+6 =
„LiHV".
Uitgaand van de aanduiding „A–P" of „A–H" (zie hierboven),
drukt u meerdere keren kort op de bedieningstoets (8). Op het
display wordt dan na elkaar „1–P", „2–P", „3–P", „4–P", „5–P",
„6–P" of „1–H", „2–H", „3–H", „4–H", „5–H", „6–H" weergegeven.
Daarbij staat het getal voor het laadkanaal en „P" of „H" voor
het accutype:
„1–P", „2–P", „3–P", „4–P", „5–P", „6–P" = afzonderlijk laadkan-
aal op het accutype „LiPo" instellen
„1–H", „2–H", „3–H", „4–H", „5–H", „6–H" = afzonderlijk laadkan-
aal op het accutype „LiHV" instellen
118