•
de tilbanddelen onder de zorgvrager niet gedraaid
zitten;
•
alle gespen (indien aanwezig) goed zijn gesloten.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de armen van de zorgvrager
zich binnen de tilband bevinden, om letsel
te voorkomen.
11. Verzeker u ervan dat de armen van de zorgvrager
zich binnen de tilband bevinden.
12. Verzeker u ervan dat het tiljuk in een zittende stand
staat en plaats de tillift voor de zorgvrager met
de liftpoten helemaal open. (Zie Fig. 11 )
13. Zet de tillift nooit op de rem.
WAARSCHUWING
Wanneer u het tiljuk laat zakken of instelt, dient
u goed op te letten om letsel bij de zorgvrager
te voorkomen.
14. Stel het tiljuk zo nodig beter af.
15. Bevestig de tilband.
WAARSCHUWING
Verzeker u ervan dat riemen niet verstrikt raken
in de rolstoel of de zwenkwielen van de tillift.
16. Til de zorgvrager iets op om spanning in de tilband
te creëren. (Zie Fig. 12 )
WAARSCHUWING
NL
Om te voorkomen dat de zorgvrager valt, moet
u erop letten dat de tilbandbevestigingen vóór
en tijdens de tilhandeling goed vastzitten.
17. Zorg ervoor dat:
•
alle clips goed vastzitten;
•
alle riemen recht (niet gedraaid) zitten;
•
de zorgvrager comfortabel in de tilband ligt.
18. Wanneer er nog iets moet worden bijgesteld, laat
de zorgvrager dan zakken en zorg ervoor dat het gewicht
van de zorgvrager volledig wordt ondersteund door het
onderliggende oppervlak voordat u de clip verwijdert.
19. Indien alles goed gecontroleerd is, tilt u de cliënt verder
omhoog.
20. Breng de zorgvrager naar de gewenste plaats van
bestemming overeenkomstig de gebruiksaanwijzing
van de lift.
Fig. 9
Fig. 10
48
Op de vloer (33 stappen)
1. Beoordeel de lichamelijke toestand van de zorgvrager.
Gebruik de tilband niet als de zorgvrager een hoofd‑,
nek‑, rug‑ of heupletsel heeft. Gebruik in plaats daarvan
een schepbrancard. Zie de gebruiksaanwijzing van
de schepbrancard.
2. Leg een kussen onder het hoofd van de zorgvrager.
(Zie Fig. 13 )
3. Zorg ervoor dat de zorgvrager op een plaats ligt die
toegankelijk is voor de tillift. Verplaats de zorgvrager
zo nodig met behulp van een Arjo glijlaken/glijrol.
Zie de gebruiksaanwijzing van het betreffende glijlaken/
de betreffende glijrol.
4. Controleer of de baleinen, indien van toepassing,
volledig in de houders zijn gestoken.
5. Is de zorgvrager in staat om te zitten? Zo ja,
ga naar de volgende stap. Zo nee, ga naar stap.
6. Zorgvrager is in staat om te zitten: ga achter
de zorgvrager staan en help hem/haar om te gaan zitten.
7. Plaats de tilband over de rug en het hoofd van
de zorgvrager met de binnenzijde van de tilband tegen
de zorgvrager aan. Het tilbandetiket bevindt zich aan
de buitenzijde.
8. Zorg ervoor dat de middenlijn is uitgelijnd met
de ruggengraat van de zorgvrager, te beginnen bij het
stuitbeen of vanaf de zitting. Ga verder met stap.
9. Zorgvrager is niet in staat om te zitten: Vouw
de tilband in de lengte langs de middenlijn, met
de buitenkant naar buiten gericht. Het tilbandetiket
bevindt zich aan de buitenzijde.
10. Rol de zorgvrager op de zij (gebruik daarvoor een
ter plaatse gebruikelijke techniek). (Zie Fig. 14 )
Als rollen niet mogelijk is, gebruik dan een glijlaken/
glijrol van Arjo om de tilband te plaatsen. Zie de
gebruiksaanwijzing van het betreffende glijlaken/de
betreffende glijrol.
11. Plaats de gevouwen tilband over de zij van de zorgvra‑
ger. Zorg ervoor dat de middenlijn is uitgelijnd met
de ruggengraat van de zorgvrager, te beginnen bij het
stuitbeen. Trek de beenslips in de richting van de benen.
12. Vouw het bovenste deel van de tilband terug en duw
het onder de rug van de zorgvrager.
13. Draai de zorgvrager via de omrolmethode
op de andere zij.
14. Trek het resterende deel van de tilband onder
het lichaam van de zorgvrager uit.
15. Leg de zorgvrager terug op zijn/haar rug.
Ga naar de volgende pagina voor het vervolg.
Fig. 11
Fig. 12