7) Als stofafzuig- en
stofopvangvoorzieningen kunnen
worden aangebracht, zorg er dan
voor dat deze zijn aangesloten en
juist worden gebruikt. Gebruik van
een stofafzuiging kan gevaar door stof
verminderen .
Gebruik en behandeling van het
elektrische apparaat
1) Overbelast het apparaat niet.
Gebruik voor uw werk het daarvoor
bestemde elektrische apparaat. Met
een geschikt elektrisch apparaat werkt
u beter en veiliger in het aangegeven
vermogensbereik .
2) Gebruik een elektrisch apparaat
nooit als de aan/uit-schakelaar ervan
defect is. Een elektrisch apparaat dat niet
meer in- of uitgeschakeld kan worden, is
gevaarlijk en moet gerepareerd worden .
3) Trek de stekker uit het stopcontact
en/of verwijder de accu, voordat
u instellingen van het apparaat
verandert, een hulpstuk wisselt
of het apparaat opbergt. Deze
voorzorgsmaatregelen voorkomen dat het
elektrische apparaat onbedoeld wordt gestart .
4) Berg niet-gebruikte elektrische
apparaten op buiten het bereik van
kinderen. Laat het apparaat nooit
gebruiken door personen die hiermee
niet vertrouwd zijn of die deze aan-
wijzingen niet hebben gelezen. Elek-
trische apparaten zijn gevaarlijk als ze door
onervaren personen worden gebruikt .
5) Onderhoud elektrische apparaten
zorgvuldig. Controleer of bewegende
delen correct werken en niet
klemmen en of er geen onderdelen
zijn gebroken of zodanig zijn
beschadigd dat ze de werking van
het elektrische apparaat nadelig
beïnvloeden. Laat beschadigde
onderdelen vóór gebruik van het
apparaat repareren. Veel ongelukken
worden veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrische apparaten .
6) Houd snijwerktuigen scherp
en schoon. Met zorg onderhouden
snijwerktuigen lopen minder vaak vast en
zijn gemakkelijker te sturen als de snijvlakken
scherp zijn .
7) Gebruik elektrische apparaten,
accessoires, inzetgereedschap,
etc. zoals in deze aanwijzingen is
aangegeven. Houd daarbij rekening
met de arbeidsomstandigheden en de
werkzaamheden die moeten worden
verricht. Gebruik van elektrische apparaten
voor andere dan de bestemde doeleinden kan
gevaarlijke situaties veroorzaken .
Gebruik en behandeling van het accu-
apparaat
1) Laad accu's alleen op met opladers
die door de fabrikant worden
aanbevolen. Bij een oplader die geschikt
is voor een bepaald soort accu's, bestaat
brandgevaar als het voor andere soorten
accu's gebruikt wordt .
2) Gebruik in de elektrische apparaten
alleen accu's die daarvoor zijn
bestemd. Gebruik van andere accu's kan
letsel en brandgevaar veroorzaken .
3) Houd de niet gebruikte accu uit
de buurt van paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven,
of andere kleine metalen
voorwerpen die kortsluiting kunnen
veroorzaken. Kortsluiting tussen accupolen
kan brandwonden of brand veroorzaken .
4) Bij onjuist gebruik kan vloeistof uit
de accu naar buiten lekken. Vermijd
contact daarmee. Bij toevallig contact
met water afspoelen. Als de vloeistof
in de ogen komt, raadpleeg dan
bovendien een arts. Lekkende vloeistof
kan irritatie van de huid of brandwonden
veroorzaken .
NL/BE
71