Toewijzing aansluitklemmen
• Draai de schroeven los en verwijder de kap op de
omvormer.
Naam
Toewijzing
L1, L2, L3
Spanning aansluiting lichtnet
PE
Aardeverbinding
IN1
Sensoringang
IN2
Ingang extern instelpunt
GND (x2)
Aardeverbindingen
+ 24 V
Gelijkspanning voor sensor
Ext. off
Regelingang (AAN/UIT)
"Omzeilen Uit"
voor externe potentiaalvrije schakelaar
SBM
Relais "beschikbare overbrenging"
SSM
Relais "overbrenging storingen"
PLR
Aansluitklemmen van de interface
PLR
LON
Aansluitklemmen van de interface
LON
OPMERKING: De aansluitklemmen IN1, IN2,
GND en Ext. Off voldoen aan de vereiste voor
"veilige isolatie" (conform EN61800-5-1)
voor de netaansluitklemmen en de SBM- en
SSM-aansluitklemmen (en andersom).
WILO SE 03/2013
Notities
Driefasenstroom 3 ~ IEC38
Type signaal: Spanning (0 - 10 V, 2 - 10 V)
Ingangsweerstand: Ri ≥ 10 kΩ
Type signaal: stroom (0 - 20 mA, 4 - 20 mA)
Ingangsweerstand: R
= 500 Ω
B
Kan worden geconfigureerd in het menu "Service" <5.3.0.0>
Type signaal: Spanning (0 - 10 V, 2 - 10 V)
Ingangsweerstand: Ri ≥ 10 kΩ
Type signaal: stroom (0 - 20 mA, 4 - 20 mA)
Ingangsweerstand: R
= 500 Ω
B
Kan worden geconfigureerd in het menu "Service" <5.4.0.0>
Voor ingangen IN1 en IN2
Max. belasting: 60 mA
De spanning is bestand tegen kortsluiting
De pomp kan worden in- en uitgeschakeld met de exter-
ne potentiaalvrije schakelaar.
Bij systemen met een hoge schakelfrequentie
(> 20 in- of uitschakelingen per dag), moet in- en uit-
schakelen gebeuren via "ext. off".
In normaal bedrijf wordt het relais geactiveerd wanneer de
pomp loopt of gereed is om te lopen.
Het relais wordt gedeactiveerd als er voor de eerste keer
een storing optreedt of doordat de netvoeding wordt
afgebroken (de pomp stopt).
De informatie wordt doorgegeven aan de regelkast, ten
aanzien van de beschikbaarheid van de pomp, ook tijdelijk.
Kan worden geconfigureerd in het menu "Service" <5.7.6.0>
Contactbelasting:
minimaal: 12 V DC, 10 mA
maximaal: 250 V AC, 1 A
Na een detectiereeks (van 1 tot 6 in volgorde van belang)
van dezelfde soort storing stopt de pomp en wordt dit
relais geactiveerd (tot aan handmatige ingreep).
Contactbelasting:
minimaal: 12 V DC, 10 mA
maximaal: 250 V AC, 1 A
De optionele IF-module PLR moet in de multistekker in het
aansluitingsgebied van de omvormer worden gestoken.
De aansluiting is bestand tegen draaien.
De optionele IF-module LON moet in de multistekker in
het aansluitingsgebied van de omvormer worden gesto-
ken.
De aansluiting is bestand tegen draaien.
Nederlands
85