12 Na de werkzaamheden
► Haak de grasopvangbox (2) los.
► Houd de grasopvangbox (2) aan de greep (4)
eb met de andere hand aan de achterste
handgreep (3) vast.
► Maak de grasopvangbox (2) leeg.
► Haak de grasopvangbox (2) vast.
12 Na de werkzaamheden
12.1
Na het werken
► Schakel de motor uit.
► Als de grasmaaier nat is: laat de grasmaaier
drogen.
► Reinig de grasmaaier.
13 Vervoeren
13.1
Grasmaaier vervoeren
► Schakel de motor uit.
Het mes mag niet draaien.
► Trek de bougiestekker los.
Grasmaaier duwen
► Duw de grasmaaier langzaam en gecontro‐
leerd vooruit.
Grasmaaier dragen
► Draag werkhandschoenen van stevig materi‐
aal.
► Haak de grasopvangbox los.
► Als de grasmaaier met uitgeklapte duwstang
wordt gedragen:
► Laat één persoon de grasmaaier met beide
handen aan de behuizing voor vasthouden
en een andere persoon met beide handen
aan de duwstang.
0478-111-9650-A
► Til en draag de grasmaaier met twee perso‐
nen.
► Als de grasmaaier met ingeklapte duwstang
wordt gedragen:
► Klap de duwstang in.
► Laat één persoon de grasmaaier met beide
handen aan de behuizing voor vasthouden
en een andere persoon met beide handen
aan de duwstang.
► Til en draag de grasmaaier met twee perso‐
nen.
De grasmaaier in een voertuig transporteren
► Zet de grasmaaier rechtopstaand zodanig
vast, dat de grasmaaier niet kan omvallen en
niet kan bewegen.
14 Opslaan
14.1
Grasmaaier opslaan
► Zet de motor uit en laat deze afkoelen.
► Trek de bougiestekker los.
► Sla de grasmaaier zodanig op, dat aan de vol‐
gende voorwaarden is voldaan:
– De grasmaaier staat buiten het bereik van
kinderen.
– De grasmaaier is schoon en droog.
– De grasmaaier kan niet omvallen.
– De grasmaaier kan niet wegrollen.
Nederlands
81