Als uw geluidsprocessor nat
wordt en niet goed werkt:
1. Verwijder de geluidsprocessor van het
hoofd.
2. Open het batterijklepje en verwijder de
batterij.
7. Problemen oplossen
Neem contact op met uw audioloog als u zich zorgen maakt over de werking of
de veiligheid van uw geluidsprocessor of als de onderstaande oplossingen uw
probleem niet oplossen.
7.1 De processor kan niet
worden ingeschakeld
1. Probeer de processor opnieuw in te
schakelen. Zie hoofdstuk 2.1, "In- en
uitschakelen".
2. Vervang de batterij. Zie hoofdstuk 3.3,
"De batterij vervangen".
3. De accu heeft lucht nodig om te kunnen
werken. Zorg ervoor dat de luchtinlaat
van de batterij en/of de luchtgaten van
de batterij niet zijn afgedekt.
4. Probeer een ander programma. Zie
hoofdstuk 2.3, "Programma's wijzigen".
7.2 Het geluid is te zacht of gedempt
1. Probeer het volume te verhogen met
een compatibele smartphone of een
draadloos Cochlear-apparaat.
2. Controleer of de geluidsprocessor niet
nat is. Als de geluidsprocessor nat is,
laat deze dan drogen voor gebruik.
Zie hoofdstuk 6.1, "Zorg en onderhoud".
78
3. Plaats uw geluidsprocessor in
een container met droogcapsules
zoals een Dri-Aid-set, enz. Laat uw
geluidsprocessor drogen. Droogsetjes
zijn bij de meeste audiologen
verkrijgbaar.
7.3 Het geluid is te luid of onprettig
1. Probeer het volume van uw
geluidsprocessor te verlagen.
Zie hoofdstuk 2.4, "Het volume
aanpassen".
7.4 U ervaart feedback (fluiten)
1. Controleer of uw geluidsprocessor niet
in contact komt met voorwerpen zoals
een bril of hoed of in contact komt met
uw hoofd of oor. Zie afbeelding 9.
2. Probeer het volume van uw
geluidsprocessor te verlagen.
Zie hoofdstuk 2.4, "Het volume
aanpassen".
3. Controleer de geluidsprocessor op
externe beschadiging.
4. Controleer of zich geen vuil bevindt in
de aansluiting van uw geluidsprocessor.