6. Plaats de achterklep op de CPRmeter. Draai de schroeven door de
sluitringen in de klep, en draai de schroeven aan.
7. Breng een nieuwe patiëntenpleister op de CPRmeter aan zoals wordt
beschreven in het hoofdstuk 2, Voordat u het apparaat gebruikt.
Na elk gebruik
De CPRmeter kan na gebruik op een patiënt verontreinigd zijn en moet op
de juiste wijze worden behandeld.
1. Plaats de verontreinigde CPRmeter in een plastic zak totdat deze kan
worden gereinigd. Plaats een verontreinigde CPRmeter niet in de rode
hoes.
2. Als de CPRmeter zichtbaar vuil is, veegt u hem met een zachte doek of
papieren handdoekje af om zoveel mogelijk verontreinigingen te verwijderen.
3. Verwijder de patiëntenpleister van de achterkant van de CPRmeter.
4. Reinig de CPRmeter zoals wordt beschreven in de paragraaf Reiniging.
5. Controleer het ontluchtingsmembraan midden in de gele achterklep. Als
het ontluchtingsmembraan vuil of beschadigd is, raadpleegt u Vervanging
van de achterklep.
6. Controleer de buitenkant van de CPRmeter op beschadigingen. Neem
contact op met Laerdal voor eventuele vervanging.
7. Breng een nieuwe patiëntenpleister op de CPRmeter aan zoals wordt
beschreven in hoofdstuk 2, Voordat u het apparaat gebruikt.
Reiniging
Als de CPRmeter in een trainingssituatie is gebruikt, kan deze met alcohol
worden afgeveegd (70% ethanol).
Als de CPRmeter in een klinische situatie is gebruikt, moet deze als volgt
worden gereinigd:
1. Reinig de buitenkant met een mild reinigingsmiddel en een zachte doek of
tandenborstel totdat de oppervlakken er schoon uitzien.
2. Veeg de buitenkant af met een zachte doek die in lauw water vochtig is
gemaakt.
3. Reinig de buitenkant met een 0,55% oplossing ortho-ftaalaldehyde. Verstuif
of breng de oplossing aan met een doek zodat alle externe oppervlakken
bedekt worden en laat minimaal 10 minuten inwerken. Een alternatief
reinigingsmiddel is isopropanol (70%).
4. Veeg de buitenkant af met een schone, zachte doek die in water vochtig is
gemaakt. Laat het apparaat volledig drogen.
LET OP: Deze reinigingsprocedure zorgt ervoor dat de CPRmeter schoon is,
maar niet dat hij gedesinfecteerd is.
LET OP: De CPRmeter niet onderdompelen in water, onder stromend water
houden of er vocht in laten binnendringen. De CPRmeter niet steriliseren.
188
Vervanging van de achterklep
Dankzij het ontluchtingsmembraan kan de CPRmeter zich aanpassen aan
kleine veranderingen in de luchtdruk. Bovendien wordt het apparaat door het
membraan tegen indringend vocht beschermd.
Als het ontluchtingsmembraan in het midden van de gele achterklep
vuil, verontreinigd, bekrast of beschadigd is, moet de achterklep worden
vervangen. Probeer het ontluchtingsmembraan niet te reinigen.
WAARSCHUWING: Als het membraan vuil of beschadigd is, kan dit tot
gevolg hebben dat de feedback onnauwkeurig is of dat er vocht in de
CPRmeter terechtkomt. Als er vocht in het apparaat lijkt te zijn
doorgedrongen, mag de CPRmeter niet meer worden gebruikt. Neem dan
contact op met uw Laerdal-vertegenwoordiger voor advies.
Als de achterklep beschadigd is of niet goed aansluit op de behuizing van de
CPRmeter, als de schroeven van de achterklep scherpe randen hebben of als
er onder de schroeven sluitringen ontbreken, moet de achterklep worden
vervangen. Zie hoofdstuk 8, Vervangende onderdelen.
1. Schroef de achterklep los met een (niet meegeleverde) platte
schroevendraaier of munt en verwijder de klep.
2. Verwijder de vervangende achterklep uit de verpakking en controleer deze
op beschadigingen.
3. Plaats de achterklep op de CPRmeter. Draai de schroeven door de
sluitringen in de klep, en draai de schroeven aan.
Pictogram voor klantenservice
Het pictogram voor klantenservice (rechts)
verschijnt alleen op de CPRmeter bij het uitschakelen
van het apparaat na 500.000 compressies. Neem
contact op met uw lokale Laerdal-vertegenwoordiger
voor verdere instructies.
189