2 Voordat u het apparaat gebruikt
Controleer de inhoud van de doos. Deze moet de volgende onderdelen
bevatten:
–
CPRmeter;
–
rode hoes;
–
set van drie zelfklevende patiëntenpleisters in een hersluitbaar zakje;
–
gebruiksaanwijzing
–
Laerdal Global Warranty en WEEE-verklaring;
–
microSD™-geheugenkaart met SD™-kaartadapter;
–
lithium 123 (Li/MnO
)-batterij van 3 V
2
Verwijder de beschermlaag van de display voordat u het apparaat voor het
eerst gebruikt.
Een nieuwe batterij plaatsen
1. Schroef de achterklep los met een
(niet meegeleverde) platte schroeven-
draaier of munt en verwijder de klep.
2. Breng een nieuwe batterij aan in de
batterijruimte. Let op de richting die in
de ruimte wordt aangegeven door het
batterijsymbool.
3. Zorg ervoor dat het ontluchtings-
membraan in de achterklep niet vervuild
of beschadigd raakt. Zie Hoofdstuk 6, De
achterklep vervangen, voor instructies.
4. Plaats de achterklep op de CPRmeter.
Draai de schroeven door de sluitringen
in de klep, en draai de schroeven aan.
Het statuslampje van de CPRmeter knippert
om de 5 seconden groen om aan te geven
dat de zelftest is voltooid en dat de batterij
voldoende spanning heeft voor gebruik.
Als het statuslampje van de CPRmeter oranje brandt of niet groen knippert,
raadpleegt u Hoofdstuk 7, Problemen oplossen, voor instructies.
178
Een microSD™-geheugenkaart plaatsen
In combinatie met de CPRmeter kan een microSD™-kaart worden gebruikt. Zie
Hoofdstuk 5, Q-CPR
®
Review, voor meer
informatie.
1. Verwijder de achterklep en de batterij.
2. Plaats een microSD™-kaart in de
kaartsleuf in de batterijruimte zoals
aangegeven door het kaartsymbool.
3. Breng de batterij en de achterklep
weer aan zoals in de vorige paragraaf is
aangegeven.
Een nieuwe patiëntenpleister aanbrengen
1. Controleer het etiket van het hersluitbare
zakje met patiëntenpleisters voor de
CPRmeter om te zien of de uiterste
gebruiksdatum niet verstreken is.
2. Open het zakje met de patiëntenpleisters
en verwijder een pleister van de witte
beschermstrook, zodat het zelfklevende
oppervlak aan de onderzijde vrijkomt.
3. Lijn de onderkant van de patiëntenpleister
uit met het gele bevestigingsgebied op
de achterklep van de CPRmeter. Zorg
dat het kanaal op de pleister zicht direct
boven het ontlucthingsmembraan bevindt.
Druk de patiëntenpleister goed aan.
4. Haal de groene beschermlaag pas van de aangebrachte patiëntenpleister
af als u klaar bent om de CPRmeter in een noodgeval voor een patiënt
te gebruiken. Plaats de resterende patiëntenpleisters terug in het
hersluitbare zakje.
De CPRmeter opbergen wanneer deze niet in gebruik is
Gebruik de rode hoes om de display van de CPRmeter tegen krassen en de
patiëntenpleister tegen beschadiging te beschermen. Zorg ervoor dat de
aan-uitknop tijdens bewaring niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Indien de CPRmeter niet wordt gebruikt, voer dan het routineonderhoud
(paragraaf 6) minstens om de zes maanden uit.
179