nemen met een bevoegd en gekwalificeerd
gemeentelijk bedrijf of dienaangaande bij de
gemeente of bij de winkelier informatie in te
winnen. Let er vanwege een mogelijk risico voor
vervuiling van het milieu op om de leiding aan de
achterkant van de kast niet te beschadigen.
Pas er om het milieu niet te belasten op, dat u de
slang onder aan de achterkant niet beschadigd.
De keuze van de ruimte
Plaats het apparaat in een droge en regelmatig
geventileerde ruimte. De toegestane temperatuur van
de omgeving voor de juiste werking van het apparaat
is afhankelijk van de uitvoering (klasse) van het
apparaat, die op het typeplaatje van het apparaat
vermeld is. Plaats het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen, bijvoorbeeld een gasfornuis,
verwarming, boiler enz. en stel het niet bloot aan
directe zonnestraling. De koelkast moet tenminste 3
cm van het elektrisch of gasfonuis respectievelijk 30
cm van de oliekachel of kolenkachel worden
geinstalleerd. Bij kleinere afstanden moet er een
isolatieplaat worden gebruikt.
Klasse
Raumtemperatur
SN (subnormaal)
van +10°C tot +32°C
N (normaal)
van +16°C tot +32°C
Aansluiten
Sluit het apparaat met de aansluitkabel op het
electriciteitsnet aan. De wandcontactdoos moet
geaard zijn (veiligheids- stopcontact). De
voorgeschreven netspanning en frequentie zijn op het
typeplaatje van de koelkast vermeld.
De aansluiting op het electriciteitsnet en de aarding
van het apparaat moeten volgens de geldige
standaarden en voorschriften uitgevoerd zijn.
Het apparaat laat een kortdurende
spanningsafwijking toe, echter hoogstens van -6 tot
+6%.
Hoogteinstelling van het apparaat
Het apparaat heeft vier voetjes waarvan de hoogte
verstelbaar is, zodat de hoogte van het apparaat
tussen de 82 en 90 cm kan worden ingesteld. Stel de
hoogte van het apparaat in voordat u het in de
opening inbouwt. De hoogte van het apparaat moet
zo worden ingesteld, dat de bovenkant van het
apparaat onder het werkblad past (zie Aanwijzingen
voor de inbouw).