BEREIDINGSTIPS
Groenten koken
• Gebruik verse groenten als dat mogelijk is. Als groenten slap zijn geworden doordat
deze te lang zijn bewaard, kunt u deze opfrissen door de groenten een tijdje in koud
water.
• Gebruik een grote schaal om groenten te koken, zodat de bodem van de schaal niet
door een te dikke laag wordt bedekt.
• Kook groenten bij voorkeur met het aanhangende water.
• Dek het gerecht altijd af met een deksel of met een huishoudfolie voor magnetrons.
• Voeg geen zout toe. De zouten die van nature in groenten aanwezig zijn, bieden
genoeg smaak. Als u zout moet toevoegen, doe dat dan na het kookproces.
• Kook groenten zo kort mogelijk. Laat groenten doorkoken nadat de magnetron
uitgeschakeld is.
• Controleer of de groenten gaar zijn door deze met een vork of spies in te prikken.
Vis bereiden
• Vis moet geleidelijk worden gekookt. Zet bij dunne vis, vette vis of kleine porties het
vermogensniveau daarom op 30%. In andere gevallen kunt u het vermogensniveau
veilig iets hoger zetten. Laat het voedsel echter doorkoken nadat de magnetron
uitgeschakeld is. Vis is gaar wanneer het visvlees ondoorschijnend is.
NL 22