BEDIENING
Ovenfuncties
Functies combimagnetron
NL 16
1. Stel een ovenstand in met de ovenfunctieknop.
▷ U kunt desgewenst de tijd en/of temperatuur van elke stand
wijzigen. Druk hiervoor op de klok/temperatuur-toets.
▷ De tijd of temperatuur (instelling) gaat knipperen.
2. Stel de gewenste tijd/temperatuur in met de keuzeknop.
▷ Het hangt van de door u gekozen ovenfunctie af welke tijd en
temperatuur u kunt instellen.
3. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
▷ Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is.
▷ De ventilator blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna
automatisch.
▷ De combimagnetron schakelt zichzelf na 15 minuten
automatisch uit indien u de start/pauzetoets niet indrukt.
1. Druk eerst op de magnetrontoets.
2. Selecteer een stand met de ovenfunctieknop (zie hoofdstuk 'Tabel
met ovenfuncties').
▷ Op het display gaat het standaardvermogen van de magnetron
knipperen.
▷ U kunt desgewenst het vermogen, de tijd en/of de temperatuur
van elke stand wijzigen.
3. Druk hiervoor op de klok/temperatuur-toets of de magnetrontoets.
▷ Het vermogen, de tijd of de temperatuur (instelling) gaat
knipperen.
4. Stel het gewenste vermogen en de gewenste tijd en/of temperatuur
in met de keuzeknop.
▷ Het hangt van de door u gekozen ovenfunctie af welk vermogen,
welke tijd en welke temperatuur u kunt instellen.
5. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
▷ Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is.
De ventilator blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna
automatisch.
De combimagnetron schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.