NL
4.4 De paneelverlichting en de aansluiting op
de netspanning
B
Voor een optimale paneelverlichting kunt u op de
XLR-jack LAMP (8) een zwanenhalslamp (12 V/5 W
max.) aansluiten, b.v. de lamp GNL-405 uit het "img
Stage Line"-gamma. De lamp wordt via het meng-
paneel in- en uitgeschakeld.
Plug ten slotte de stekker van het netsnoer (28)
in een stopcontact (230 V~/50 Hz).
5 Werking
Plaats de masterfaders A (6) en B (9) in de minimum-
stand om luide inschakelploppen te vermijden. Scha-
kel vervolgens met de POWER-schakelaar (10) het
mengpaneel in. De LED naast de schakelaar licht op
en geeft aan dat het toestel klaar is voor gebruik.
Schakel vervolgens de aangesloten apparatuur in.
Opgelet! Stel het volume van de geluidsinstallatie
en dat van de hoofdtelefoon nooit zeer hoog in.
Langdurige blootstelling aan hoge volumes kan het
gehoor beschadigen! Het gehoor raakt aangepast
aan hoge volumes die na een tijdje niet meer zo
hoog lijken. Verhoog daarom het volume niet nog
meer, nadat u er gewoon aan bent geraakt.
5.1 Basisinstelling van de ingangskanalen
Plaats alle gain-regelaars (3) en klankregelaars (4
en 13) voor een optimale niveauregeling van de aan-
gesloten apparatuur eerst in de middelste stand.
Plaats beide C. F. ASSIGN-schakelaars (18 en 23) in
de "x"-stand (regelfunctie uitgeschakeld).
1) Druk op de toets ON AIR (15) om de DJ-microfoon
in te schakelen. De LED boven de toets licht nu op.
2) Selecteer met de keuzetoetsen (2) de signaal-
bronnen die op de kanalen 1 – 4 aangesloten zijn.
3) Met de masterfaders wordt het niveau van alle
aangesloten geluidsbronnen ingesteld; dit mas-
terniveau kan aan alle masteruitgangen afgeno-
men worden: masterfader A (6) voor de beide
masteruitgangen A (29) en (31), masterfader B
(9) voor de masteruitgang B (30).
4.4 Iluminación de la mesa y conexión a la red
E
Para una iluminación óptima de la mesa, es posible
conectar una lámpara de cuello de cisne (12 V/ 5 W
máx.) a la toma XLR LAMP (8), p. ej., la lámpara
GNL-405 de la gama "img Stage line". La lámpara
está conectada y apagada vía el mezclador.
Conectar seguidamente el cable de red (28) a
una toma de red 230 V~/50 Hz.
5 Utilización
Antes de conectar el mezclador, los potenciómetros
Master A (6) y B (9) deben estar al mínimo de manera
que se evite cualquier fuerte ruido a la hora de la
conexión. Conectar seguidamente la mesa mediante
el interruptor POWER (10). El LED al lado del inte-
rruptor, testigo de funcionamiento, se ilumina. Conec-
tar seguidamente los aparatos conectados a la mesa.
¡Atención! No regule nunca el volumen del
sistema audio y del auricular demasiado fuerte. Un
volumen demasiado fuerte puede, al cabo de un
tiempo producir problemas de audición. La oreja
humana se acostumbra a fuertes volúmenes y
acaba por no percibirlos como tal al cabo de un
tiempo. Le aconsejamos entonces, regular el volu-
men y de no modificarlo más.
5.1 Reglajes de base de los canales de entrada
Para un reglaje óptimo de los aparatos conectados
a los canales 1 – 4, poner los potenciómetros GAIN
(3) y los ecualizadores (4 y 13) primeramente en la
posición media. Los dos selectors C.F. ASSIGN (18
y 23) deben estar en la posición "x" (la función fun-
dido es cortada).
1) Pulsar la tecla ON AIR (15) para conectar el mi-
crófono DJ; el LED encima de la tecla se ilumina.
2) Seleccionar las fuentes conectadas en los cana-
les 1 – 4 mediante las teclas (2).
3) Mediante los potenciómetros Master, el nivel ge-
neral de todas las fuentes conectadas se regula;
el nivel está disponible en las salidas Master:
potenciómetro Master A (6) para las dos salidas
14
Plaats de regelaar van het masterkanaal dat
gebruikt wordt voor de basisinstelling van de in-
gangskanalen, in ongeveer
2
/
3
waarde, bijvoorbeeld in stand 7.
4) De keuzetoets (21) voor de VU-meter (22) mag
niet ingedrukt zijn: De VU-meter duidt dan het
niveau van een van de masterkanalen aan –
naargelang de stand van de keuzeschakelaar (7)
wordt het niveau van masterkanaal A of van
masterkanaal B aangeduid.
Stel de VU-meter met de keuzetoets (7) in op
het masterkanaal dat gebruikt wordt voor de ba-
sisinstelling van de ingangskanalen:
Toets niet ingedrukt:
Het niveau van het masterkanaal A wordt
weergegeven.
Toets ingedrukt:
Het niveau van het masterkanaal B wordt
weergegeven.
5) Om een kanaal uit te sturen, plaatst u de schuif-
regelaars (16) van de overige kanalen in de mini-
mumstand.
6) Stuur de geluidssignalen (testsignalen of muziek-
fragmenten) naar het betreffende ingangskanaal.
7) Regel met de schuifregelaar het kanaalniveau af
aan de hand van de VU-meter. Een optimale uit-
sturing is bereikt, wanneer bij de luidste passa-
ges het 0 dB-bereik van de VU-meter oplicht. Bij
waarden boven 0 dB is het kanaal overstuurd. De
schuifregelaar moet zich na de niveauregeling in
ca.
2
/
van de maximumwaarde bevinden, zodat
3
het regelbereik voor in- en uitmengen voldoende
groot is.
Indien de schuifregelaar bijna in de minimum-
of maximumstand staat, dient het niveau inge-
steld te worden door de ingangsversterking af te
regelen. Voor de kanalen 1 – 4 kan de ingangs-
versterking door de weergave van het niveau
vóór de schuifregelaars optimaal ingesteld wor-
den. Schakel hiervoor de VU-meter in de weerga-
vemodus "PFL" door op de toets (21) te drukken,
en druk op de PFL-toets (17) van het kanaal: De
Master A (29 y 31), potenciómetro Master B (9)
para la salida Master B (30).
Poner el potenciómetro del canal Master, utili-
zado para el reglaje de base de los canales de
2
entrada, a
/
aprox. del máximo, p. ej. en la posi-
3
ción 7.
4) La tecla (21) para el VU-metro (22) no debe pul-
sarse: el VU-metro indica el nivel de uno de los
canales Master – según sea la posición del con-
mutador (7), el nivel del canal Master A o el nivel
del canal Master B.
Mediante el selector (7), ajustar el VU-metro
al canal Master que se utiliza para el reglaje de
base de los canales de entrada:
tecla no pulsada:
El nivel del canal Master A se visualiza.
tecla pulsada:
El nivel del canal Master B se visualiza.
5) Para comandar un canal, poner los potencióme-
tros (16) de los otros canales en el mínimo.
6) Aplicar las señales (señales test o pieza de mú-
sica) en el canal de entrada correspondiente.
7) Con ayuda del VU-metro, regular el nivel del canal
mediante el potenciómetro (16) correspondiente.
El reglaje es óptimo cuando, para pasos más ele-
vados, la zona 0 dB del VU-metro se ilumina. El
canal está en sobrecarga cuando los LEDs sobre
0 dB se iluminan. Después del reglaje de nivel, el
potenciómetro debe estar situado a
manera que se tenga bastante espacio para efec-
tuar el fundido.
Si el potenciómetro está poco o demasiado
abierto, el nivel debe estar adaptado regulando
la amplificación de entrada. Para los canales
1 – 4, la amplificación de entrada está regulada
de manera óptima para la visualización del nivel
pre-fader. Para hacerlo, conmutar el VU-metro
en modo "PFL" pulsando la tecla (21) y pulsar la
tecla PFL (17) del canal: El VU-metro indica el
nivel del canal antes el potenciómetro del canal.
Regular el potenciómetro GAIN (3) del canal de
tal manera que para pasos más elevados, los
LEDs 0 dB se iluminan y que los LEDs rojos no
se iluminan absolutamente.
VU-meter geeft nu het signaalniveau van het
kanaal vóór de kanaalregelaar aan. Stel de GAIN-
van de maximum-
regelaar (3) van het kanaal zo in, dat de 0 dB-
LED's tijdens de luidste passages oplichten en de
rode LED's helemaal niet oplichten.
8) Schakel de VU-meter weer in de weergavemo-
dus "MASTER" door de toets (21) los te laten, en
stel met de klankregelaars van het kanaal de
gewenste klank in:
Voor de kanalen 1 – 4 kunnen de hoge (rege-
laar HIGH) en lage (regelaar LOW) tonen en de
middentonen (regelaar MID) door middel van het
3-bands equalizer (4) met maximaal 15 dB ver-
sterkt resp. met maximaal 30 dB gedempt worden.
Voor het DJ-microfoonkanaal kunnen de hoge en
lage tonen met het 2-bands equalizer (13) met
maximaal 15 dB versterkt of gedempt worden.
In de middelste stand wordt de frequentie van
het signaal niet beïnvloed.
Opmerking: De instellingen van de klank beïn-
vloeden de niveaus. Controleer daarom na een
klankregeling het kanaalniveau aan de hand van
de niveauweergave en corrigeer indien nodig.
9) Herhaal bovenstaande procedure om het niveau
en de klank in te stellen van de overige gebruikte
ingangskanalen.
5.2 Tussen twee kanalen regelen
1) Met de twee C. F. ASSIGN-schakelaars worden
van de ingangskanalen 1 – 4 de twee kanalen
geselecteerd tussen die u wenst te regelen:
Selecteer met de linker schakelaar C. F. ASSIGN
A (18) het kanaal dat ingemengd moet worden,
wanneer de crossfader (20) naar links geschoven
wordt.
Selecteer met de rechter schakelaar C. F.
ASSIGN B (23) het kanaal dat ingemengd moet
worden, wanneer de crossfader naar rechts
geschoven wordt.
2) Plaats de schuifregelaars (16) van de ongebruik-
te kanalen in de minimumstand en stuur de beide
geselecteerde kanalen met de betreffende schuif-
8) Conmutar el VU-metro en modo "MASTER" de-
jando de pulsar la tecla (21) y regular el sonido
deseado mediante los ecualizadores del canal:
Para los canales 1 – 4, utilizar los ecualizado-
res 3 vías (4): pueden aumentarse los agudos
(HIGH), medios (MID) y graves (LOW) hasta
15 dB máx. o de disminuirlos hasta 30 dB máx.
Para el canal micrófono DJ, los graves y agudos
pueden aumentarse o disminuirse hasta 15 dB
máx. mediante el ecualizador 2 vías (13).
Si los potenciómetros están en posición me-
dia, no hay ninguna modificación de respuesta
en frecuencia.
Remarca: los reglajes de tonalidad actúan sobre
los niveles. Es por esto que después de un regla-
je del sonido, debe verificarse el nivel del canal
con ayuda del visualización del nivel y corregirlo,
si necesario.
9) Efectuar los reglajes de nivel y de tonalidad para
los otros canales tal y como se describe.
5.2 Fundido entre dos canales
1) Los dos selectores C.F. ASSIGN permiten selec-
cionar 2 canales de los canales 1 – 4 para efec-
tuar el fundido:
El selector C.F. ASSIGN A (18) izquierdo per-
mite seleccionar el canal que debe insertarse
cuando el potenciómetro de fundido (20) está
girado hacia la izquierda.
2
/
aprox. de
3
El selector C.F. ASSIGN B (23) derecho per-
mite seleccionar el canal que debe insertarse
cuando el potenciómetro de fundido está girado a
la derecha.
2) Poner los potenciómetros (16) de los canales no
utilizados en el mínimo y poner los potencióme-
tros de los canales seleccionados en la posición
óptima (ver cap. 5.1 "Reglajes de base de los ca-
nales de entrada").
3) Puede efectuarse un fundido entre los dos cana-
les seleccionados mediante el potenciómetro de
fundido.
Si los dos canales deben distribuirse simultá-
neamente en las salidas, poner el potenciómetro
de fundido en la posición media.