BEDRIJFSMODI
Uw apparaat beschikt over verschillende bedrijfsmodi. Wij lichten nu de verschillen en
toepassingsgebieden toe, zodat u de juiste soort verwarming kunt kiezen voor uw gerecht.
Bedrijfsmodi
Boven-
/onderwarmte
Hete lucht
Hete lucht ECO
Boven-
/onderwarmte +
circulatielucht
Stralingswarmte
Dubbele grill +
circulatielucht
Dubbele grill
Pizzamodus
Onderwarmte
Ontdooien
Deeggeleiding
Temperatuursensor
Temperatuur
Voor traditioneel bakken en braden op een niveau.
30~250 °C
Bijzonder geschikt voor taart met een vochtige
topping.
Voor het bakken en braden op een of meer niveaus.
50~250 °C
De warmte komt van de ringverwarming, die de
ventilator gelijkmatig omringt.
140~240 °C Voor energiebesparend koken.
Voor het bakken en braden op een of meer niveaus.
De warmte van de verwarmingselementen in de
50~250 °C
kookruimte wordt gelijkmatig verdeeld door een
ventilator.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden voedsel en
150~250 °C
voor het aanbraden. Leg het te grillen voedsel in het
middelste deel onder het grill-verwarmingselement.
Voor het grillen van platte gerechten en voor het
50~250 °C
aanbraden. De ventilator verdeelt de warmte
gelijkmatig in de kookruimte.
Voor het grillen van platte gerechten en voor het
150~250 °C
aanbraden.
Voor pizza en gerechten, die veel warmte van onder
50~250 °C
nodig hebben. Hierbij worden de onderwarmte en de
ringverwarming ingeschakeld.
Voor het extra bruinen van de bodems van pizza's,
30~220 °C
taart en gebak. De warmte komt van de
onderwarmte.
Voor het voorzichtig ontdooien van
–
diepvriesproducten.
Voor de productie van gist en zuurdesem en voor de
30~45 °C
teelt van yoghurt.
Voor het controleren van het kookproces van vlees
50~100 °C
zoals biefstuk en kip.
8
Gebruik