10 min.
Modules (powermanagement)
Bediening
4.22 Vergrendeling
Door de vergrendeling kunnen de bediening van de
toetsen en de instelling van een kookstand worden
geblokkeerd. Alleen de Aan/Uit-toets kan nog altijd
worden bediend om de kookplaat uit te schakelen.
Vergrendeling inschakelen
1. Op de vergrendeltoets
licht sterk op.
De vergrendeling is ingeschakeld.
Vergrendeling uitschakelen
2. Op de vergrendeltoets
brandt gedimd.
De vergrendeling is uitgeschakeld.
Opmerkingen
De geactiveerde vergrendeling blijft ook behouden als de
kookplaat uitgeschakeld is! Vooraleer weer kan worden
gekookt, moet ze daarom eerst gedeactiveerd worden!
Bij stroomuitval en uitschakelen met de Aan/Uit-toets van
de kookplaat
opgeheven, d.w.z. gedeactiveerd.
4.23 Powerstand
De powerstand stelt extra vermogen voor de
inductiekookzones ter beschikking. Een grote
hoeveelheid water kan snel aan de kook worden
gebracht.
1. De kookplaat inschakelen. Om een kookzone te
selecteren, de kookstandweergave (als toets)
aanraken. De gereedheidsstip van de gekozen
kookzone brandt.
2. Op het meest rechtse sensorveld
De powerstand is ingeschakeld.
3. Na 10 minuten wordt de powerstand automatisch
uitgeschakeld. De
kookstand 9 teruggeschakeld.
Opmerking
Om de powerstand vervroegd uit te schakelen, op het
overeenkomstige sensorveld drukken.
4.24 Powermanagement
Telkens twee kookzones zijn – om technische redenen
– tot een module gecombineerd en beschikken over een
maximaal vermogen.
Als deze vermogensgrens bij het inschakelen van een
hoge kookstand of de powerfunctie wordt overschreden,
reduceert het powermanagement de kookstand van de
bijbehorende module-kookzone.
De aanwijzing van deze kookzone knippert eerst, daarna
wordt de maximaal mogelijke kookstand constant
getoond.
drukken. De vergrendeltoets
drukken. De vergrendeltoets
wordt de ingeschakelde vergrendeling
verdwijnt en er wordt naar
NL
drukken.
15