(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
Spuit nooit water onder hoge druk op
de machine. Hierdoor kunnen asafdich-
tingen,
elektrische
hydraulische kleppen beschadigd ra-
ken.
Maak de machine na gebruik altijd schoon. Houd
u hierbij aan de volgende aanwijzingen:
• Spuit geen water rechtstreeks op de motor.
• Maak de motor schoon met een borstel en/of
perslucht.
• Maak de koelluchtinlaat van de motor schoon.
• Start na het schoonmaken met water de
machine en de maaisysteemgroep, om
het water te verwijderen, dat anders in de
lagers zou kunnen dringen en daar schade
veroorzaken.
8 GEBRUIK VAN HET
ACCESSOIRE
Controleer of het gras dat u gaat maa-
ien vrij is van vreemde voorwerpen zo-
als stenen etc.
8.1
MAAIHOOGTE
U krijgt de beste resultaten als een derde van de
hoogte van het gras wordt gemaaid. Zie afb. 23.
Als het gras lang is en veel korter moet worden,
kunt u beter twee keer maaien met twee verschil-
lende maaihoogtes.
Gebruik niet de minimum maaihoogte als het
oppervlak van het gazon ongelijkmatig is.
Anders loopt u het gevaar dat het maaisysteem
beschadigd raakt door het oppervlak en dat de
toplaag van het gazon wordt verwijderd.
8.2
MAAIADVIES
Volg voor een optimaal maairesultaat onderstaan-
de aanwijzingen op.
• Maai het gras regelmatig.
• Gebruik de motor op volle kracht.
• Het gras moet droog zijn.
• Zorg ervoor dat het maaisysteem scherp is.
• Houd de onderzijde van de maaisysteemgroep
schoon.
NEDERLANDS
onderdelen
of
9 ONDERHOUD
9.1
ASSISTENTIEPROGRAMMA
Om de machine altijd in goede condities te
houden voor wat betreft de betrouwbaarheid,
werkveiligheid en milieuvriendelijkheid, moet het
serviceprogramma van STIGA SpA gegarandeerd
worden.
De punten van dit programma worden aangeduid
in de handleiding voor het onderhoud van STIGA
SpA in bijlage.
De Basiscontrole moet altijd worden uitgevoerd
door een erkende servicewerkplaats.
De Eerste controle en de Tussencontrole kunnen
het beste worden overgelaten aan een erkende
servicewerkplaats, maar mogen ook door de
gebruiker zelf worden uitgevoerd.
De procedures zijn vermeld in het machinedocu-
ment en zijn beschreven in hoofdstuk "7 STARTEN
EN BEDRIJF", en ook op de volgende pagina's.
Door de controles uit te laten voeren door een
erkende servicewerkplaats, bent u verzekerd van
professionaliteit en originele vervangingsonder-
delen.
Het machinedocument wordt bij iedere Basiscon-
trole en bij iedere Tussencontrole door een erken-
de servicewerkplaats gestempeld. Een document
met deze stempels verhoogt de tweedehands
waarde van de machine.
9.2
VOORBEREIDING
Alle service en onderhoud moet worden
uitgevoerd op een stilstaande machine
waarvan de motor is uitgeschakeld.
Schakel altijd de parkeerrem in om te
voorkomen dat de machine wegrolt.
Zet de motor af.
Voorkom dat de motor onbedoeld start
door de bougiekabels los te maken en
de contactsleutel te verwijderen.
9.3
ONDERHOUDSTABEL
Zie hoofdstuk "13 OVERZICHTSTABEL
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN".
Het doel van de tabel is u te helpen om
uw machine efficiënt en veilig te hou-
den. De tabel bevat de voornaamste
werkzaamheden en de intervallen die
NL
19