(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
•
Bevochtig de pakking van het nieuwe filter
met olie.
•
Installeer het filter. Schroef het filter eerst
zo ver vast dat de pakking de motor raakt.
Draai het filter dan nog 1/2 tot 3/4 slag verder.
•
Ga verder met punt 7 volgens de
aanwijzingen uit paragraaf 9.4.3.
9.6
BRANDSTOFFILTER
(21:B, 22:B)
Zie hiervoor de bij de machine gelever-
de handleiding van de motor.
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13.
Controleer of er geen benzinelekkages zijn nadat
het nieuwe filter is geïnstalleerd.
9.7
CONTROLEREN / BIJVULLEN VAN DE
TRANSMISSIEOLIE [4WD]
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13.
Zie voor en het type en de hoeveelheid
olie paragraaf "0 TABEL TECHNISCHE
GEGEVENS".
9.7.1 Controle/bijvullen (25)
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Lees het oliepeil af op het reservoir (24:A).
Het oliepeil moet tot de lijn komen.
3. Vul indien nodig olie bij.
9.7.2 Verversen
Aftappen van de olie
1. Laat de machine gedurende 10-20 minuten
op verschillende snelheden lopen om de
transmissieolie op te warmen.
2. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
3. Schakel de parkeerrem in.
4. Zet de ontkoppelingshefbomen in stand A1 -
B1 zoals op afb. (15:A; 15:B).
5. Plaats één opvangbak onder de achteras en
één onder de vooras.
6. Open de motorkap en verwijder de dop van
het oliereservoir.
Gebruik uitsluitend een 3/8" dopsleutel
voor de olieaftapplug. Het gebruik van
ander gereedschap beschadigt de plug.
7. Verwijder de olieaftapplug van de achteras
(26:A).
NEDERLANDS
8. Verwijder 2 aftappluggen uit de vooras.
9. Controleer of de pakkingen op de aftapplug-
10. Controleer of de pakking op de olieaftapplug
VERVANGEN
11. De olieaftapplug wordt beschadigd als hij va-
12. Zuig de olie uit het onderste deel van het
Vullen
1. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie.
2. Controleer of de koppelingshendel van de
3. Start de motor. Als de motor is gestart,
4. Schakel de ontkoppelingshendel van de aan-
5. Zet het gaspedaal in de voorste stand door
6. Laat de motor een minuut in de stand vooruit
7. Verwijder de houten wig en zet het gaspe-
Gebruik hiervoor een 12 mm sleutel. Laat de
olie uit de vooras en de leidingen lopen (27).
gen van de vooras intact zijn (27). Plaats de
pluggen terug. Aanhaalmoment: 15-17 Nm.
van de achteras intact is (26:A). Plaats terug
in de achteras. Draai de olieaftapplug
aan tot 5 Nm.
ster dan 5 Nm wordt aangedraaid.
reservoir met behulp van een olieafscheider
(27).
achteras uitgetrokken is.
schuift de ontkoppelingshendel van de
aandrijving van de vooras automatisch naar
binnen.
De motor mag nooit draaien als
dachterste ontkoppelingshendel van
de aandrijving van de achteras is in-
geschakeld en de ontkoppelingshen-
del van de aandrijving van de vooras
uitgeschakeld is (15:A; 15:B). Hierdoor
kunnen de afdichtingen van de vooras
beschadigd raken.
Als de motor binnen moet draaien,
dient u ervoor te zorgen dat uitlaatgas-
sen kunnen worden afgevoerd.
drijving van de vooras uit.
LET OP! De olie wordt zeer snel het sy-
steem ingezogen. Het reservoir moet
continu worden bijgevuld totdat het vol
blijft, om het circuit te vullen en ervoor
te zorgen dat er geen lucht in het syste-
em wordt gezogen, iets wat nooit mag
gebeuren.
het te blokkeren met een houten wig (29).
draaien.
daal in de stand achteruit. Ga door met het
bijvullen van de olie.
NL
21