Motorgebruik
Het toerental van de snij-inrichting wordt door de gashen-
del (6) op de handgreep aangestuurd.
De bediening is uitsluitend mogelijk als de vergrendeling-
shendel (7) gelijktijdig wordt ingedrukt.
De beweging wordt door de motor overgedragen op de
aandrijfas, en weliswaar via een stroomkrachtkoppeling
waarmee de beweging van de as wordt voorkomen zo-
lang de motor stationair loopt.
LET OP: Gebruik de machine niet als de snij-
inrichting stationair loopt; in dit geval moet contact
worden opgenomen met de dealer.
De juiste werksnelheid wordt bereikt als de gashendel (6)
tot aan de aanslag wordt ingedrukt.
BELANGRIJK: Tijdens het gebruik van de machine
gedurende de eerste 6-8 uur, mag de motor niet met het
hoogste toerental worden gebruikt.
Motor uitzetten
Om de motor uit te schakelen:
- De gashendel (6) loslaten en de motor enkele secon-
den stationair laten lopen.
- De schakelaar (15) op stand «STOP» zetten.
LET OP: Als de motor stationair loopt, duurt
het enkele seconden tot de snij-inrichting volledig
stilstaat.
Gebruiksaanwijzing
In de aanloopfase
Bij een nieuwe door de fabriek geleverde machine mag
tijdens de eerste drie keer bijvullen van de brandstof niet
op het hoogste toerental (volgas bij nullast) draaien om
hoge belastingen tijdens de aanloopfase te vermijden.
Tijdens het gebruik
Breng uw motor in stationair stand om deze na langer be-
drijf in een hoog toerental te kunnen laten afkoelen. Deze
beschermt de op de motor geïntegreerde componenten
(ontstekingssysteem, carburateur) voor oververhitting.
Na de werkzaamheden
Wacht tot de motor is afgekoeld en leeg de benzinetank.
Bewaar het apparaat op een droge plek. Controleer re-
gelmatig de bevestiging van de moeren en schroeven
(niet de stelbouten van de carburateur) en haal deze zo
nodig aan.
NL | Gebruiksaanwijzing
Onderhoud en opslag
Een juist onderhoud is in principe noodzakelijk om de
oorspronkelijke efficiëntie en toepassingsveiligheid van
de machine te behouden.
- Bougiekap loskoppelen.
- Wacht tot de motor voldoende is afgekoeld.
- Voor ingrepen in het bereik van de snij-inrichting
moeten veiligheidshandschoenen worden gedragen
- Meetveiligheidsinrichting niet verwijderen, behal-
ve als de ingrepen aan de messen zelf moeten
worden uitgevoerd.
- Oliën, benzine of overige vervuilende stoffen con-
form de voorschriften afvoeren.
Cilinder en geluidsdemper
Om het brandgevaar tot een minimum te beperken, de
cilinderribben veelvuldig met perslucht reinigen en het
bereik van de geluidsdemper vrijmaken van resten tak-
ken, bladeren of overige resten.
Starteenheid
Om oververhitting en beschadiging aan de motor te ver-
mijden, moeten de aanzuigfilters voor de koellucht altijd
schoon en vrij van maairesten en vuil worden gehouden.
De starterkabel moet bij de eerste tekenen van slijtage
worden vervangen.
Bevestigingen
Controleer regelmatig de goede bevestiging van alle
schroeven en moeren en dat alle handgrepen veilig
bevestigd zijn.
Reiniging van het luchtfilter
Een vuil luchtfilter vermindert het motorvermogen, verh-
oogt het benzineverbruik en bemoeilijkt de start.
Als wordt gemerkt dat het motorvermogen verminderd:
1 Verwijder de schroef op de filterafdekking (9)
2 Reinig het filter met een sopje.
Gebruik nooit benzine of benzoleen!
3 Laat het filter aan de lucht drogen.
4 Plaats het filter terug.
NL-21
LET OP: Tijdens het uitvoeren van het onderhoud: