OPGELET!
De kettingzaag op steel heeft een grote reikwijdte. Houd
tijdens het gebruik van de machine alle voorbijgangers
in een omtrek van minstens 15 meter uit de buurt om –
mogelijk dodelijk- gevaar op verwondingen door ongewild
contact met het snijdapparaat of door vallende objecten
te verminderen.
OPGELET!
Houd alle voorbijgangers weg van de werkende ketting-
zaag, maar werk nooit alleen. Houd u op hoorafstand van
andere personen, ingeval u hulp nodig heeft.
Schakel de motor uit wanneer iemand u nadert.
!WAARSCHUWING!
Uw kettingzaag op steel is niet beschermd te-
gen elektrische inslag. Gebruik dit snijdwerktuig
niet in de nabijheid van leidingen en kabels
waarin elektrische stroom aanwezig is, ten-
einde het gevaar op stroomstoot te voorkomen.
Elektriciteit kan door een zogenaamde 'lichtboog' over-
springen. Hogere spanning verhoogt de afstand die op
deze manier kan overspringen. Zij kan eveneens door
middel van –vooral- natte takken overspringen. Houd
een zekerheidsafstand van minstens 15 meter tussen de
kettingzaag (en de takken die ze raakt) en de leidingen
en kabels, waarin elektrische stroom aanwezig is. Con-
tacteer de stroomleverancier en zorg voor een stroom-
onderbreking, vooraleer u met geringe veiligheidsafstand
gaat werken.
AANWIJZING VOOR GEBRUIK
OPGELET!
Houd uw handen en voeten ver weg van de kettingzaag
om gevaar op kwetsuren te vermijden. Raak nooit een
draaiend snijdwerktuig aan met een lichaamsdeel.
De ketting draait nog even door, nadat u de gashendel
hebt losgelaten (massatraagheid).
De acceleratie van de motor terwijl de ketting geblok-
keerd is veroorzaakt het doorslippen van de ketting. Dit
kan leiden tot oververhitting en beschadiging van belang-
rijke componenten (o.a. koppeling en cartercomponenten
uit polymeren).
Dit kan dan weer gevaar op verwondingen met zich
meebrengen wegens draaiende ketting, ondanks stati-
onair toerental.
Ingeval de ketting vastkleeft, schakel dan steeds de mo-
tor uit en controleer of de ketting stilstaat.
Vermijd dat de zaagketting in contact komt met vreemde
NL | Gebruiksaanwijzing
voorwerpen zoals stenen, afsluitingen, spijkers en andere.
Deze voorwerpen kunnen weggeslingerd worden en de
gebruiker of voorbijgangers verwonden of de zaagketting
beschadigen.
Verwijder in het werkgebied vooraleer u gaat snoeien
storende takken en kreupelhout. Baken een vrije zone
af, verwijderd van de plek waar afgesneden takken kun-
nen vallen, en verwijder daar alle hindernissen. Houd
het werkgebied vrij, en verwijder de afgevallen takken
onmiddellijk. Plaats alle andere werktuigen en machines
op veilige afstand van de te snoeien takken, maar niet
in de vrije zone.
Controleer altijd de toestand van de boom. Zoek naar
rotting en verval in de wortels en de takken. Wanneer
deze vanbinnen verrot zijn kunnen ze tijdens het snoeien
onverwacht afbreken en neerstorten. Houd nauwlet-
tend dode en afgebroken takken in de gaten, die door
vibraties kunnen loskomen en aldus boven op u kunnen
terecht komen. Bij zeer dikke of zware takken, maak
eerst een klein snede onderaan de tak vooraleer u van
boven naar onder werkt om het afbreken te voorkomen.
Om zware of dodelijke verwondingen door neervallende
objecten te verminderen, snoei nooit loodrecht boven
u. Houd de kettingzaag in een hoek van niet meer als
60° van het horizontale vlak (zie afbeelding). Objecten
kunnen in onverwachte richtingen vallen. Sta nooit direct
onder de tak, die u snoeit.
Let op neervallende takken! Ga onmiddellijk opzij en
houd voldoende afstand van het neervallend hout, van
zodra een tak begint af te breken.
Trek steeds de kettingzaag uit de snede met draaiende
ketting, om het vastklemmen van de kettingzaag te ver-
mijden. Oefen geen druk uit wanneer u aan het einde
van een zaagbeweging komt. Dit kan leiden tot het onge-
controleerd uit de snede springen van het zaagblad met
lopende ketting, wat op zijn beurt kan leiden tot het raken
NL-11