Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem
opnieuw te activeren:
1. Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren: Giet 2 liter
water in het wasvak van de wasmiddellade.
2. Start het programma om water af te voeren
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water.
MOGELIJKE STORINGEN
Probleem
Het programma start niet.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
18
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
•
•
•
•
•
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon-
tact.
•
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
•
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin-
genkastje is.
•
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
•
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op
het einde van de aftelprocedure.
•
Schakel het kinderslot uit (indien beschikbaar).
•
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
•
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water-
leidingsbedrijf.
•
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
noodafvoerprocedure.
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het apparaat.
Schakel uit en terug aan.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
Mogelijke oplossing