•
Druk op de knop Start/Pauze Départ/
Pause. Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool
de deur openen.
3. Draai de programmaknop op
apparaat uit te schakelen.
STANDBY
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige modus
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
•
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
•
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
•
Was witte en bonte artikelen niet samen.
•
Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
•
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
•
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
•
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
•
Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal
wasmiddel.
•
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden voordat
het in de trommel wordt gedaan
•
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
•
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
•
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
geactiveerd, wanneer u het apparaat niet
uitschakelt. Hierdoor wordt het energieverbruik
beperkt wanneer het apparaat in de standby-stand
staat:
•
Alle indicatielampjes en de display gaan uit.
uit en kunt u
•
Het lampje van de Start-toets knippert
langzaam.
om het
Druk op een van de toetsen om de energiezuinige
modus te deactiveren.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
•
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
•
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
•
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
•
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
•
Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
•
Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
MILIEUTIPS
•
Stel een programma in zonder de voorwasfase
om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
•
Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
•
Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
– waspoeder voor alle soorten weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
15