Bediening
Spuiten
1. Ontgrendel de trekkerblokkering.
2. Let op dat de pijlvormige sproeikop naar voren wijst (om te spuiten).
3. Houd het pistool met een afstand van ca. 25 - 30 cm loodrecht t.o.v. het werkstukop-
pervlak. Beweeg eerst het pistool en haal dan de trekker over om te testen. Begin met
lage druk.
4. Verhoog de pompdruk langzaam tot er een gelijkmatig spuitbeeld ontstaat (zie gebru-
iksaanwijzing van het spuitapparaat voor meer informatie).
Spuitstraal uitlijnen
1. Drukontlasting uitvoeren.
2. Moer van sproeikopbeveilging losdraaien.
3. Richt de sproeikopbeveilging horizontaal uit om een horizontaal voorbeeld te spuiten.
4. Richt de sproeikopbeveilging verticaal uit om een verticaal voorbeeld te spuiten.
5. Draai de bevestigingsmoer van de sproeikopbescherming vast.
Horizontaal
Verticaal
23
Vertaling van de originele handleiding