De volgende waarschuwingen zijn van betrekking op de installatie, het gebruik, de aar-
ding, het onderhoud en de reparatie van de installatie. Het uitroepteken duidt op een
algemene waarschuwing en de gevaarsymbolen verwijzen naar het productspecifieke
risico's. Wanneer u deze symbolen in het hoofddeel van deze handleiding tegenkomt,
lees de waarschuwingen dan opnieuw. Gevaarsymbolen en waarschuwingen die in dit
hoofdstuk niet worden behaneld, kunnen wanneer dat nodig is in de gehele gebruiksaan-
wijzing worden gebruikt.
INJECTIEGEVAAR
Tijdens spuiten onder hoge druk kunnen er gitige stoffen in het lichaam
terechtkomen die tot ernstig letsel kunnen leiden. Bij een injectie direct een
chirurg raadplegen.
• Niet met het spuitpistool op personen of dieren richten of spuiten.
• Handen en andere ledematen uit de buurt van de uitlaat houden. Niet probe-
ren om lekkages met lichaamsdelen te dichten.
• Gebruik altijd de sproeikopbescherming. Niet spuiten zonder aangebrachte
sproeikopbescherming.
• Sproeikoppen van STORCH gebruiken.
• Tijdens reinigen of vervangen van sproeikoppen voorzichtig te werk gaan.Tij-
dens reinigen of vervangen van sproeikoppen voorzichtig te werk gaan. Als
de sproeikop tijdens het spuiten versopt raakt, de procedure voor drukontla-
sting voor uitschakeling van het apparaat uitvoeren en vóór verwijdering van
de sproeikop voor reiniging de druk aflaten.
• De installatie staat na het uitschakelen nog onder druk. Een apparaat zonder
toezicht niet onder spanning of druk laten staan. Als de machine onbeheerd
of niet in gebruik is, en voordat er onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
worden uitgevoerd of onderdelen worden verwijderd, het apparaat uitscha-
kelen en de procedure voor het aflaten van de druk uitvoeren.
• Slangen en delen visueel op beschadigingen controleren. Beschadigde slan-
gen of delen vervangen.
• Deze installatie kan een druk tot 227 bar opwekken. STORCH-vervangende
onderdelen of accessoires met een minimale nominale druk van 227 bar
gebruiken.
• Vergendel altijd de trekkerblokkering als u het apparaat niet gebruikt. Trek-
kervergrendeling controleren op probleemloze werking.
• Voor inbedrijfstelling van de installatie controleren of alle verbindingen ste-
vig zijn aangesloten.
• U moet weten hoe de installatie wordt uitgeschakeld en de druk snel wordt
ontlast. Maak u goed bekend met de bedieningselementen.
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Ontvlambare dampen in het werkgebied, zoals die van oplosmiddelen en verf
kunnen ontbranden of exploderen. Verf of oplosmiddelen die door het appa-
raat stromen, kunnen statische elektriciteit opwekken. Ter voorkoming van
brand en explosies:
• Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde ruimtes.
• Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten,
draagbare elektrische lampen en kunststof druppelvangers (deze kunnen sta-
tische vonkoverslag geven).
• Aard alle apparatuur in de werkomgeving. Zie de instructies onder Aarding.
• Sproei of spoel nooit oplosmiddelen onder hoge druk.
• Houd het werkgebied vrij van afval, inclusief oplosmiddelen, poetslappen en
benzine.
17
Vertaling van de originele handleiding