Het is niet aan te raden dat u uit veiligheidsoverwegingen meer dan de voorge-
schreven hoeveelheid motorolie gebruikt. Dit zal enkel leiden tot meer verbran-
dingsresten die het milieu vervuilen en het uitlaatkanaal in de cilinder evenals
de knaldemper verstoppen. Bovendien zal het brandstofverbruik daardoor stij-
gen en zullen de prestaties minder goed zijn.
Opslag van brandstof
Brandstoffen kunnen enkel voor een beperkte tijd worden opgeslagen. Brandstof en
brandstofmengsels verouderen. Het gebruik van te lang opgeslagen brandstof en
brandstofmengsels kan daarom leiden tot problemen bij het starten. Koop niet meer
brandstof in dan in enkele maanden wordt verbruikt.
Sla brandstof uitsluitend op een droge en veilige plaats en in goedgekeurde
containers op!
VERMIJD HUID- EN OOGCONTACT
Aardolieproducten ontvetten de huid. Bij herhaaldelijk en langdurig contact van de
huid met dergelijke producten, zal de huid uitdrogen. Verschillende huidziekten kun-
nen hiervan het gevolg zijn. Ook allergische reacties kunnen worden veroorzaakt.
Contact van de ogen met olie kan oogirritaties veroorzaken. Als er olie in uw ogen is
terechtgekomen, spoel dan uw ogen onmiddellijk met schoon water.
Bij aanhoudende irritatie onmiddellijk een dokter raadplegen!
Zaagkettingolie
Gebruik olie met lijmadditief voor het smeren van de zaagketting en de
kettinggeleider. Het lijmadditief voorkomt dat de olie te snel van de ket-
ting wordt weggeslingerd.
Ter bescherming van het milieu wordt het gebruik van biologisch
afbreekbare zaagkettingolie aangeraden. In sommige landen is het
gebruik van biologisch afbreekbare olie wettelijk verplicht.
De door DOLMAR aangeboden zaagkettingolie BIOTOP wordt vervaardigd op basis
van speciale plantaardige oliën en is 100% biologisch afbreekbaar. BIOTOP werd
bekroond met de "Blauwe Milieu-Engel" prijs omwille van zijn grote milieuvriendelijk-
heid (RAL UZ 48).
BIOTOP zaagkettingolie is beschikbaar in de volgende hoeveelheden:
1 l Bestelnummer 980 008 210
5 l Bestelnummer 980 008 211
Biologisch afbreekbare olie is slechts beperkt houdbaar. Dergelijke
olie dient binnen 2 jaar na de fabricagedatum (gedrukt op de verpak-
king) te worden opgebruikt.
Belangrijke opmerking betreffende afbreekbare kettingoliën:
Als u de zaag voor geruime tijd niet gaat gebruiken, moet u de olietank leegmaken,
een kleine hoeveelheid gewone motorolie (SAE 30) erin doen, en dan de zaag een
tijdje laten lopen. Op deze manier worden alle resten afbreekbare olie uit de olietank,
de olieleidingen, de ketting en de kettinggeleider weggespoeld. Deze maatregel is
nodig omdat vele afbreekbare oliën na verloop van tijd plakkerige resten nalaten die
schadelijk kunnen zijn voor de oliepomp of andere onderdelen.
Vul de tank weer met BIOTOP kettingolie voordat u de zaag later opnieuw in gebruik
neemt. Bij schade veroorzaakt door het gebruik van afgewerkte of ongeschikte
kettingolie vervalt iedere aanspraak op garantie.
Uw handelaar of verkoper zal u graag informeren over het gebruik van geschikte ket-
tingolie.
GEBRUIK NOOIT AFGEWERKTE OLIE (Afb. 38)
Afgewerkte olie is zeer schadelijk voor het milieu.
Afgewerkte olie bevat hoge concentraties van kankerverwekkende stoffen. De vervui-
ling in afgewerkte olie veroorzaakt snelle slijtage van de oliepomp en het zaagmecha-
nisme.
Bij schade veroorzaakt door het gebruik van afgewerkte of ongeschikte kettingolie
vervalt iedere aanspraak op garantie.
Uw handelaar of verkoper zal u graag informeren over het gebruik van geschikte ket-
tingolie.
VERMIJD HUID- EN OOGCONTACT
Aardolieproducten ontvetten de huid. Bij herhaaldelijk en langdurig contact van de
huid met dergelijke producten, zal de huid uitdrogen. Verschillende huidziekten kun-
nen hiervan het gevolg zijn. Ook allergische reacties kunnen worden veroorzaakt.
Contact van de ogen met olie kan oogirritaties veroorzaken. Als er olie in uw ogen is
terechtgekomen, spoel dan uw ogen onmiddellijk met schoon water.
Bij aanhoudende irritatie onmiddellijk een dokter raadplegen!
Bijtanken (Afb. 39)
NEEM DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT!
Wees voorzichtig en oplettend bij het omgaan met brandstoffen.
Zet de motor af!
Maak de omgeving rond de vuldoppen goed schoon, zodat er geen vuil in de brand-
stof- of olietank kan komen.
Draai de vuldop los en vul de tanks respectievelijk met brandstof (brandstof/olie
mengsel) of zaagkettingolie. Vul bij tot aan de onderrand van de vulhals. Pas op dat u
geen brandstof of kettingolie morst!
Draai de vuldop zo stevig mogelijk weer vast.
Veeg de vuldop en de tank na het bijvullen schoon.
Smering van de ketting
Om de zaagketting goed te kunnen smeren moet de kettingolietank
tijdens het gebruik altijd voldoende gevuld zijn. Met een volledig
gevulde tank kunt u ongeveer een half uur continu werken. Contro-
leer tijdens het werk of er nog voldoende kettingolie in de tank is en
vul desnoods bij. Controleer de olie alleen terwijl de motor is
afgezet!
1 brandstof/olie mengsel
2 kettingolie
De kettingsmering afstellen (Afb. 40)
Zet de motor af!
U kunt de olietoevoer van de oliepomp instellen met de afstelschroef
(1). Gebruik de combinatiesleutel om de hoeveelheid olietoevoer in te
stellen.
Om een probleemloze werking van de oliepomp te verzekeren, die-
nen de olieleigroef bij het huis (2) en het olie-inlaatgat in de ketting-
geleider (3) regelmatig te worden gereinigd. (Afb. 41)
De kettingsmering controleren (Afb. 42)
Zaag nooit met onvoldoende kettingsmering. Als u dit doet, zullen de ketting en de
kettinggeleider minder lang meegaan.
Controleer vóór het begin van het werk altijd het oliepeil in de tank en ook de olietoe-
voer.
Controleer de olietoevoer als volgt: Start de kettingzaag (zie "De motor starten").
Houd de lopende kettingzaag ongeveer 15 cm boven een boomstam of de grond (leg
er iets onder als bescherming).
Als de smering voldoende is, zult u een licht oliespoor zien dat ontstaat doordat er
olie van de ketting afspat. Let op de windrichting en vermijd onnodige blootstelling
aan de oliemist!
Opmerking:
Na het uitschakelen van de zaag is het normaal dat resten van kettingolie nog een
tijdje uit het olietoevoersysteem, de kettinggeleider en de ketting lopen. Dit is geen
defect!
Leg de zaag op een geschikte onderlegger.
De motor starten (Afb. 43)
Start de kettingzaag pas nadat deze volledig ineengezet en geïnspecteerd is!
Verwijder u tenminste 3 meter van de plaats waar getankt werd.
Zorg dat u stabiel staat en leg de zaag zo op de grond dat de zaagketting en de ket-
tinggeleider de grond niet raken.
Zet de kettingrem aan (blokkeren).
Pak de hoofdhandgreep met één hand goed vast en druk de kettingzaag stevig tegen
de grond. Zet daarbij ook uw knie op het achterste van de handgreep.
BELANGRIJK: De chokehendel (5) is aan de gashendel (1) gekoppeld. Hij keert
automatisch terug naar zijn uitgangspositie zodra de gashendel wordt ingedrukt.
Als de gashendel wordt ingedrukt voordat de motor is gestart, moet de chokehendel
(5) weer naar de geschikte positie worden gedraaid. (Afb. 44)
Koud starten:
Druk de kortsluitschakelaar (3) naar voren.
Draai de chokehendel (5) naar de positie
Druk de voorinspuitpomp 7–10 maal in.
Trek de starterhendel (4) langzaam uit tot u weer-
stand voelt (de zuiger staat dan net voor het boven-
ste dode punt). (Afb. 44)
Trek vervolgens snel en krachtig. Na 2 tot 4 pogingen zal de motor starten en blij-
ven draaien (bij lage temperaturen kan het nodig zijn om meermaals te trekken).
LET OP: Trek de starterkabel niet meer dan ca. 50 cm uit en breng hem altijd lang-
zaam terug met de hand. Voor een goede start is het belangrijk dat de starterkabel
snel en krachtig wordt doorgetrokken.
Zodra de motor soepel draait, drukt u eenmaal zachtjes op de gashendel (1) (houd
daarbij de beugelgreep vast, de veiligheidsschakelaar (2) zal de gashendel vrijzet-
ten). Hierdoor zal de chokehendel (5) naar zijn uitgangspositie terugspringen, waarna
de motor onbelast zal lopen. (Afb. 44)
.
Los nu de kettingrem
Warm starten
Ga te werk zoals bij koud starten, maar zet de chokehendel (5) in de positie
(Afb. 44)
Belangrijk: Als de brandstoftank helemaal leeg gewerkt is en de motor bij gebrek
aan brandstof tot stilstand is gekomen, moet u de voorinspuitpomp 7 – 10 maal
indrukken. (Afb. 44)
De motor afzetten
Zet de kortsluitschakelaar (3) in de "STOP" stand. (Afb. 44)
De kettingrem controleren (Afb. 45)
Begin nooit te werken met de kettingzaag zonder dat u eerst de kettingrem hebt
gecontroleerd!
Start de motor zoals beschreven op de vorige pagina (zorg dat u stabiel staat en leg
de zaag zo op de grond dat de zaagketting en de kettinggeleider de grond niet raken).
Houd de beugelgreep stevig vast met één hand en de hoofdhandgreep met uw
andere hand.
Laat de motor op halve snelheid lopen en druk de handbescherming (6) met de rug
van uw hand in de richting van de pijl tot de kettingrem is aangezet. De zaagketting
moet nu onmiddellijk stoppen.
Laat de gashendel onmiddellijk los en zet de kettingrem weer los.
BELANGRIJK: Indien de zaagketting in deze controle niet onmiddellijk stopt,
mag u in geen geval met het werk beginnen. Neem contact op met een DOL-
MAR servicecentrum.
53
.
.