3
GASHENDEL
2
1
De gashendel moet altijd een speling van
3-5 mm hebben. Bovendien mag bij een
draaiende motor het toerental niet vari-
eren wanneer naar rechts of links wordt
uitgeweken.
Duw de beschermingskap 1 terug. Draai
de borgmoer 2 los en draai in overeen-
3
stemming aan de schroeven van regelaar
3. Draai de borgmoer vast en controleer
de vloeiende beweging van het handvat
met gashendel.
AFSTELLING VAN HET
TOERENTAL
De afstelling van het toerental beïnvloed
1
sterk het starten op de juiste manier en de
reactie van het gaspedaal.
Het toerental wordt geregeld met de
schroef van regelaar 1 en de schroef
van luchtregelaar 2. Met de schroef van
2
regelaar 1 wordt de basispositie van de
gasklep geregeld. Door de schroef met de
klok mee te draaien wordt de rotatiesnel-
heid verhoogd, en vice versa verminderd.
Met de schroef van regelaar 2 wordt de
hoeveelheid lucht gemengd met brandstof
op stationair toerental geregeld. Door de
schroef tegen de klok in te draaien neemt
de hoeveelheid lucht toe (mager meng-
sel), terwijl met de klok mee draaien de
hoeveelheid lucht doet verminderen (vet
mengsel).
NL
39