•
Geef uw opnamen diepte door meerdere niveaus in beeld vast te leggen, bijvoor-
beeld door de keuze van een geschikte voor- en/of achtergrond.
•
Kies het beeldformaat dat past bij het onderwerp. Torens en hogen gebouwen zien er
bijvoorbeeld nog indrukwekkender uit op staande opnamen.
•
Probeer met uw opnamen een verhaal te vertellen. Vaak zijn 4 of 5 foto's voldoende
om van een momentopname een kort verhaal te maken.
•
Beoordeel de hoek wanneer het onderwerp van achteren belicht wordt. Verander zo
nodig van positie om de hinder door tegenlicht te beperken.
•
Experimenteer met verschillende perspectieven om opnamen interessanter te maken.
•
De genoemde tips voor goede foto's gelden ook voor video-opnamen. Let er hierbij
bovendien op dat u de camera langzaam beweegt en stilhoudt. Als u te snel beweegt,
wordt de opname onscherp en vaag. Ook bij video-opnamen kan een statief heel
goed van pas komen.
8.3. Foto's maken
Selecteer het gewenste onderwerp op de display.
Druk de ontspanknop eerst iets in om de autofocus in te schakelen.
Zodra de autofocus de scherpstelling uitgevoerd heeft, worden de gele beeldmarke-
ringen groen.
De beeldmarkeringen worden rood wanneer de autofocus niet kan scherpstellen.
De waarden voor de sluitersnelheid, het diafragma en de ISO-waarde worden weerge-
geven.
Vervolgens drukt u de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. Een geluid
geeft aan dat de opname is gemaakt (wanneer deze functie in het instelmenu onder
GELUIDEN is ingesteld (zie Pagina 287).
De foto's worden opgeslagen in jpeg-formaat.
258 van 434