16. Verhelpen van storingen
Als de camera niet correct functioneert, controleert u de volgende punten. Als het pro-
bleem blijft bestaan, neemt u contact op met MEDION Service.
16.7.1. De camera kan niet worden ingeschakeld.
•
De accu's zijn onjuist geplaatst.
•
De accu's zijn leeg.
16.7.2. De camera maakt geen foto's.
•
De flitser is nog bezig met opladen.
•
Het geheugen is vol.
•
De SD-geheugenkaart is niet correct geformatteerd of defect.
16.7.3. De flitser gaat niet af.
•
De flitser is niet opgeklapt.
•
De flitser is nog niet volledig opgeladen.
•
De automatische modus is uitgeschakeld.
16.7.4. De foto is onscherp.
•
De camera is tijdens de opname bewogen.
•
Het motief was buiten het instelbereik van de camera. Gebruik eventueel de macro-
modus voor close-ups.
•
Verbeter de lichtomstandigheden.
16.7.5. De foto wordt niet op het scherm weergegeven.
•
Er is een SD-kaart geplaatst waarop met een andere camera foto's gemaakt zijn in
een niet-DCF modus. De camera kan deze foto's niet weergeven.
16.7.6. De tijdsduur tussen de opnamen is langer bij foto's in het
donker
•
Bij minder licht werkt de sluiter normaal gesproken langzamer. Wijzig de positie van
de camera of zorg voor beter licht.
DE
EN
NL
FR
321 van 434